f) Accu ontladen ("DISCHARGE")
Normaliter is het bij lithium-accu's niet nodig deze voor het opladen te ontladen (dit in tegen-
stelling tot de werkwijze bij NiCd-accu's). De accu kan ongeacht zijn aanwezige capaciteit direct
worden opgeladen. Als u toch een lithium-accu wilt ontladen, kan de ontlaadstroom worden
ingesteld.
De maximaal mogelijke ontlaadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellena-
antal. Het max. ontlaadvermogen voor uitgang #1 bedraagt 10 W; voor uitgang #2 is
5 W beschikbaar. Dit beperkt de max. mogelijke ontlaadstroom bij accu's met meer
cellen.
Ontlaad een lithium-accu alleen tot aan de minimum toegelaten ontlaadeindspanning
per cel (zie tabel in hoofdstuk 7 of let op de informatie van de accufabrikant). Als de
accu nog verder wordt ontladen, wordt hij door deze diepontlading permanent be-
schadigd en onbruikbaar!
De werkwijze bij het instellen van ontlaadstroom en spanning/cellenaantal moet precies zo wor-
den uitgevoerd als bij het opladen, zie hoofdstuk 11. b), behalve dat de accu na het starten van
het accuprogramma niet geladen, maar ontladen wordt.
204