Gebruik - Renson CAMARGUE SKYE 2.0 Manuel D'utilisation

Temperatuur
∫ De overkapping verdraagt de norma-
le omgevingstemperaturen (-18°C tot
+60°C).
∫ De lamellen van de overkapping niet
volledig sluiten bij vorst (zie verder bij
bediening).
Waterdichtheid
∫ Het lamellendak van uw overkapping is
waterwerend.
∫ Voor een goede waterwerendheid dient
uw overkapping geïnstalleerd te wor-
den volgens de installatiehandleiding.
Schade door regenval bij slechte mon-
tage valt niet binnen de algemene ga-
rantie.
∫ Aan de onderzijde van de lamellen kan
condensvorming optreden.
∫ Een overkapping is een open 'outdoor'
constructie, niet te vergelijken met een
(thermisch) gesloten, water- en wind-
dichte veranda. Meubilair, vloer, ... die-
nen geschikt te zijn voor buitengebruik.
∫ De opstelling, situering, afwerking, uit-
voering, installatie e.d. evenals extreme
en uitzonderlijke weersomstandighe-
den kunnen een (niet voorziene) invloed
hebben op de waterdichtheid.
∫ Aan het kader en kolommen kan zich
druppelvorming voordoen. Bij twijfel
of het abnormale (niet eigen aan het
product) druppelvorming betreft, con-
tacteer de installateur. Deze kan beoor-
delen of het al dan niet om een defect/
fout gaat.
∫ Spatwater aan de goten bij hevige re-
genval wordt geminimaliseerd dankzij
de geperforeerde roosters maar kan
nooit volledig vermeden worden.
∫ NIET afspuiten met hoge druk.

GEBRUIK

Sneeuw
∫ Het lamellendak biedt beperkte be-
scherming tegen sneeuwlast. Deze is
afhankelijk van de afmetingen van het
systeem.
∫ Bij hevige sneeuwval dient het dak ge-
opend te zijn.
Wind
LAMELLEN
∫ De overkapping kan in gestapelde of
volledige gesloten toestand van de la-
mellen windsnelheden van 120 km/u
aan. Bij een vrijstaande overkapping
geldt de garantie voor windbelasting
tot 120 km/u enkel bij ingegoten of ver-
sterkte montagevoeten.
∫ De lamellen zijn te bedienen bij wind-
snelheden tot 50 km/u en dienen ge-
stapeld of volledig gesloten te zijn bij
windsnelheden > 50 km/u.
VERTICALE SCREENS
∫ We raden aan de Fixscreens enkel te
laten zakken in een windarme omge-
ving (max. 15 km/u). Opwaarts kan u
de zonwering bedienen bij windsnelhe-
den tot 30 km/u.
∫ Alle screens moeten opgetrokken zijn
bij windsnelheden van meer dan 60
km/u.
∫ Voor de windbeveiliging van uw vertika-
le screens is een optionele windsensor
nodig. 1 sensor voor alle screens.
Obstakels
∫ Bij het kantelen en schuiven van de la-
mellen en bij het af- en oprollen van de
zonwering, mogen er geen obstakels
zijn die deze beweging verhinderen,
bijv. takken, kabels, enz.
Elektrische bediening
∫ Stop de beweging onmiddellijk wanneer
de motor een abnormaal lawaai maakt.
Raadpleeg de installateur wanneer u
de oorzaak niet zelf kunt achterhalen.
∫ Indien de eindafstelling van de motor
niet meer voldoet (bv. het dak sluit niet
meer helemaal), raadpleeg uw installa-
teur.
∫ Zie ook specifieke elektrische voor-
schriften (pag. 7).
NL
5