Télécharger Imprimer la page

Foutsymptomen En Oplossingen - Sony Trinitron CPD-G220 Mode D'emploi

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17

Foutsymptomen en oplossingen

Indien het probleem wordt veroorzaakt door de aangesloten computer of door andere apparatuur, dient u de betreffende
instructiehandleiding te raadplegen.
Gebruik de zelfdiagnosefunctie (pagina 16) wanneer u het probleem met de volgende aanwijzingen niet op kunt lossen.
Probleem
Geen beeld
Indien de 1 (aan/uit) indicator niet
verlicht is
Indien het bericht GEEN INPUT
SIGNAAL verschijnt op het scherm,
of de 1 (aan/uit) indicator oranje
oplicht
Indien het bericht MONITOR IS IN
DE STROOMSPAARSTAND
verschijnt op het scherm, of de 1
(aan/uit) indicator oranje oplicht
Indien de melding BUITEN SCAN
BEREIK op het scherm verschijnt
Indien er geen melding wordt
gegeven en de 1 (aan/uit) indicator
groen is of oranje knippert
Indien u een Macintosh systeem
gebruikt
Het beeld flikkert, springt,
oscilleert of is vervormd
Het beeld is wazig
14
Controleer deze punten
• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.
• Controleer of de 1 (aan/uit) schakelaar in de stand "aan" staat.
• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en alle stekkers goed vastzitten
(pagina 6).
• Controleer of de INPUT schakelaar instelling correct is (pagina 7).
• Controleer of de pinnen van de HD15 video-ingangsconnector niet verbogen of naar
binnen gedrukt zijn.
xProblemen veroorzaakt door de aangesloten computer of andere apparatuur
• Controleer of de stroom van de computer "aan" is.
• Controleer of de grafische kaart volledig in de correcte busaansluiting zit.
xProblemen veroorzaakt door de aangesloten computer of andere apparatuur
• De computer staat in de energiespaarstand. Probeer een willekeurige toets op het
toetsenbord in te drukken.
• Controleer of de stroom van de computer "aan" is.
• Controleer of de grafische kaart volledig in de correcte busaansluiting zit.
xProblemen veroorzaakt door de aangesloten computer of andere apparatuur
• Controleer of het videofrequentiebereik binnen de monitorspecificaties valt. Indien u een
oude monitor door deze monitor heeft vervangen, sluit de oude monitor weer aan en stel
het frequentiebereik op de volgende waarden in.
Horizontaal: 30 – 96 kHz
Verticaal: 48 – 170 Hz
• Gebruik de zelfdiagnosefunctie (pagina 16).
• Controleer of de Macintosh adapter en de videosignaalkabel goed zijn aangesloten
(page 6).
• Isoleer en elimineer potentiële bronnen van elektrische of magnetische velden zoals
monitors, laser printers, elektrische ventilatoren, fluorescentieverlichting of
televisietoestellen.
• Plaats de monitor uit de buurt van netsnoeren of plaats een magnetische afscherming bij
de buurt van de monitor.
• Probeer de monitor aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur op een ander
circuit.
• Probeer de monitor 90° naar links of naar rechts te draaien.
xProblemen veroorzaakt door de aangesloten computer of andere apparatuur
• Controleer de handleiding van uw grafische kaart voor de juiste instelling van de monitor.
• Ga na of de grafische mode (VESA, Macintosh 16" Color, etc.) en de frequentie van het
ingangssignaal ondersteund worden door deze monitor (Appendix). Sommige
videokaarten hebben een synchronisatiepuls die te smal is om de monitor correct te laten
synchroniseren, ook al ligt de frequentie binnen het juiste bereik.
• Pas de verversingsfrequentie van de computer aan (verticale frequentie) om een optimaal
beeld te verkrijgen.
• Stel de helderheid en het contrast bij (pagina 10).
• Demagnetiseer de monitor* (pagina 12).
• Kies MOIRE CORRECTIE en regel het moiré annulleereffect (pagina 12).

Publicité

loading