Dibo JMB-E 200/15 EB Manuel D'utilisation page 22

N L
B E D I E N I N G
1 ( S M E LT ) Z E K E R I N G E N
Het elektrisch gedeelte van de JMB-E brander wordt door (smelt)zekeringen
beveiligd. De elektrische smeltveiligheden voor de branderketel bevinden zich
op branderbedieningspaneel onderaan op het frame achter de afdekplaat.
De motorzekering bevindt zich aan de uitsparing waar je de motorolie kan
vervangen.
De zekeringen kunnen worden vervangen door de zekeringhouder open te
klikken. De zekering kan vervolgens uit de zekeringhouder worden genomen
en worden vervangen. Let bij het vervangen steeds op het voorzien ampèrage,
welke niet mag overschreden worden! Schakel de machine uit alvorens de
zekering te vervangen!
2 B R A N D E R S C H A K E L A A R
De branderschakelaar is uitgevoerd als tuimelschakelaar en heeft twee standen
met een indicatieledje:
• "Vlam uit": (=UIT): de brander is nu manueel uitgeschakeld.
• "Vlam aan": (=AAN): de brander wordt nu elektrisch in stand-by geschakeld,
om door de sturing te worden gebruikt.
Bij voldoende werkdebiet komt de brander automatisch in werking om het
water tot de ingestelde temperatuur te verwarmen. Bij een mogelijke storing zal
het indicatieledje flikkeren. Controleer het bedieningspaneel/storingstabel van
de reiniger om de foutmelding te zien en te verhelpen. De led zal stoppen met
flikkeren wanneer de fout op het bedieningspaneel opgelost is.
3 T E M P E R AT U U R R E G E L K N O P
De temperatuurregelknop is uitgevoerd als draaiknop. Met de
temperatuurregelknop wordt de maximum temperatuur van het reinigingswater
ingesteld. De brandersturing zal de ingestelde temperatuur tijdens de werken
niet overschrijden.
De draaiknop heeft 2 draairichtingen:
• Knop linksom: minimum temperatuur
• Knop rechtsom: maximum temperatuur
Een reinigingstemperatuur van meer dan 95°C kan alleen bereikt worden
door het doorstroomdebiet (waterhoeveelheid in l/min.), dat de pomp levert,
te verlagen. Druk en debiet zijn verwante items, waarbij geldt dat bij minder
druk ook minder debiet zal optreden. Dit laat toe hogere temperaturen te
bekomen, welke maximaal zullen oplopen tot de ingestelde waarde op de
thermostaat. Indien het debiet te laag wordt (doorstroomschakelaar) of de
ingestelde temperatuur (thermostaat) dreigt overschreden te worden, zal de
gecombineerde bewaking de brander tijdelijk uitschakelen. Op deze wijze
voorkomt het systeem automatisch dat de temperatuur tot boven de toegelaten
waarde kan oplopen.
4 N O O D S TO P
De noodstop herkent men aan de rode drukknop op een gele schijf op het
bedieningspaneel.
• De noodstop indrukken: de machine stopt onmiddellijk bij noodsituaties.
• De noodstop uittrekken: de machine is terug in werking.
5 S L E U T E L S C H A K E L A A R / D I S P L AY
De hoofdschakelaar is de sleutelschakelaar en heeft 3 posities (zie bediening
type motor voor specificaties).
6 S T U R I N G / S TO R I N G E N
Wanneer men op de 'A toets' drukt -> men kan de verschillende werkuren van
brander & motor bekijken. Bij detectie van motor draaien zal de ventilator in
werking treden (zolang de motor draait). Bij desactivatie van de motor (geen
brandstof/of bij uitschakelen dieselmotor: terugmelding lage oliedruk) blijft de
ventilator nog 60 seconden nadraaien (koelingsproces in de machine). Bij een
foutmelding (temperatuur hoog) -> ventilator blijft draaien tot de temperatuur
gezakt is tot +- 80 °C (niet instelbare waarde).
Wanneer tijdens oververhitting het sleutelcontact afgezet wordt of noodstop
ingedrukt wordt, zal bij terug inschakelen van de machine:
• De benzinemotor en dieselmotor na 3 seconden terug uitgeschakeld worden.
DiBO 22