Elektrische Aansluiting - Gazzini 10036243 Traduction Du Mode D'emploi Original

van het gazzini knipperlicht op de gekozen positie nauwkeurig
op de plakstrip en druk deze goed vast op de plakstrip. De
omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan 18 ° C.

4.4 | Elektrische aansluiting

Verbind de rode pluskabel (+) en de zwarte minkabel (-) van
het knipperlicht met de toevoerleidingen van het gedemonteerde
knipperlicht met behulp van de Japanse stekkers, seal-
verbinders (optioneel) of met kleine soldeerplekken die u met
een krimpkous isoleert (krimpkous erop schuiven, dan kabels
aan elkaar solderen, krimpkous over de soldeerplek trekken en
met aansteker krimpen). Voor een zeer eenvoudige elektrische
aansluiting zijn voor diverse voertuigen specifieke adapterkabels
(optioneel) verkrijgbaar. De adapterkabels hebben aan de
ene kant een compacte stekker die in de steekverbinding
van de originele kabelboom past, en aan de andere kant de
noodzakelijke aansluitingen om het knipperlicht aan te sluiten. Zo
is er geen ander elektrisch verbindingsmateriaal nodig.
Let op de juiste, kortsluitvaste aansluiting van de kabels. Zorg
dat u de plus en min resp. linker en rechter knipperlichtzijde
niet verwisselt, gebruik in geen geval kroonsteentjes voor de
aansluiting. Nadat de aansluiting is gelukt, dient u de goede
werking van de elektrische installatie te controleren voordat
u gaat rijden. De knipperfrequentie (snelheid) is ingesteld op
90 +/- 30 maal per minuut. Dat betekent dat de knipperlichten
tussen 60 en 120 maal per minuut moeten branden.
Als knipperlichten met een lager totaal wattage dan
het origineel worden gemonteerd, knipperen ze
meestal te snel of blijft het knipperlicht 'aan staan'. De
juiste frequentie moet dan met een geschikt knipperrelais of met
weerstanden (die het ontbrekende wattage simuleren) worden
hersteld.
Als accessoire zijn er verschillende universele knipperrelais,
voertuigspecifieke knipperrelais en weerstanden in verschillende
formaten verkrijgbaar.
Het gebruik van vermogensweerstanden is vooral aan te raden
wanneer het voertuig een gecombineerde relaiseenheid heeft
die niet vervangen kan worden (dan zijn er meestal meer
dan drie kabelaansluitingen) of de knipperlichten niet via de
boordcomputer van de motor kunnen worden bediend. De
vermogensweerstanden worden elk in het rechter en linker
56