Timerfunctie - WMF KUCHENMINIS Mode D'emploi

Uitnemen van de roeraccessoires
▪ Zet de snelheidsregelaar (10) in de stand UIT (0) en neem de stekker uit het
stopcontact.
▪ Druk op de ontgrendelingsknop om de mengarm automatisch naar boven te
kantelen.
▪ Duw het roeraccessoire zo ver mogelijk omhoog en draai het naar rechts tot
het ontgrendelt.
▪ Vervolgens kunt u het roeraccessoire omlaag trekken en uitnemen.
Snelheidsregelaar (10)
Het apparaat beschikt over een snelheidsregelaar (10) waarmee u kunt kiezen uit
acht verschillende snelheidsstanden (1-8), de functie 'doorscheppen' en de pulse-
functie. Op die manier kunt u verschillende degen/mengsels verwerken.
Functie ‚doorscheppen'
De functie 'doorscheppen' (Afb. E) is bestemd voor het doorscheppen van lichte of
vloeibare ingrediënten in zware mengsels (bijv. gevulde muffins, baisers, mousse,
schuimgerechten, biscuitdeeg en soufflés) of voor het langzaam toevoegen van
meel en andere ingrediënten (bijv. rozijnen, noten) aan het deeg. In dit geval
E werkt het apparaat met een gelijkblijvende, lage snelheid, stopt enkele seconden
en start dan weer met het 'doorscheppen'. Om de functie 'doorscheppen' te
beëindigen, zet u de snelheidsregelaar (10) in de stand UIT (0).
Pulse-functie
Om de pulse-functie te gebruiken, kiest u PULSE op de snelheidsregelaar (10).
Zolang u de snelheidsregelaar (10) op de pulse-stand houdt, functioneert de
motor op maximale snelheid. De pulse-functie nooit langer dan één minuut
gebruiken.
Planetair roersysteem
Het planetaire roersysteem zorgt voor een grondige en gelijkmatige menging van
de ingrediënten. Op deze manier wordt voorkomen dat ingrediënten/deeg aan de
zijkant achterblijven.
Soft-aanloop
Dankzij de zachte aanloop (soft-aanloop) wordt onafhankelijk van de
geselecteerde snelheid, het apparaat altijd eerst op lage snelheid gestart. De
snelheid wordt steeds sneller, tot de ingestelde snelheid is bereikt. Dit voorkomt
het spatten van de ingrediënten.
Elektronische toerentalregeling
Het apparaat is voorzien van een elektronische toerentalregeling. Deze zorgt
ervoor dat de snelheid bij verschillende belastingen constant wordt gehouden.

Timerfunctie

De timerfunctie kunt u los van de andere functies van het apparaat gebruiken
om bijvoorbeeld de exacte tijd voor het rijzen van het deeg in te stellen. Als u
de timerfunctie activeert, kunt u de andere functies van het apparaat verder
gebruiken.
Aanwijzing: u kunt de timerfunctie uitsluitend activeren als de snelheidsregelaar
(10) in de stand UIT (0) staat.
68
▪ Druk op de start/pauze-toets of de plus/min-toetsen om het display in te
schakelen (Afb. F). Het LC-display licht wit op en geeft de vooraf ingestelde
tijd "00" weer.
▪ Druk op de plus/min-toetsen om de gewenste tijd in te stellen. U kunt de tijd
F
in stappen van minuten instellen tot 99 minuten.
Aanwijzing: ook als de timer al loopt, kunt u de tijd met de plus/min-toetsen
aanpassen.
▪ Druk op de start/pauze-toets om de timerfunctie te activeren. Het icoon
verschijnt op het LC-display en de resterende tijd wordt weergegeven.
▪ Na afloop van de tijd klinkt een akoestisch signaal en de timerfunctie wordt
uitgeschakeld.
Aanwijzing: druk de start/pauzetoets gedurende minstens 3 seconden in om de
timer te resetten. Op het display verschijnt "00".
Aanwijzing: als de start/pauze-toets of de plus/min-toetsen niet worden
ingedrukt of niet aan de snelheidsregelaar (10) wordt gedraaid, schakelt het
LC-display na 1 uur automatisch uit. De timer wordt daarbij opnieuw op 0 gezet.
Pauzeren van de timerfunctie
U kunt de timerfunctie op elk ogenblik laten "pauzeren".
▪ Druk op de start/pauze-toets om de tijd te "pauzeren". Het icoon
knipperen.
▪ Om de timerfunctie opnieuw te activeren, drukt u op de start/pauze-toets. Het
icoon houdt op met knipperen.
Timerfunctie met automatisch uitschakelen
Als u de timerfunctie met automatisch uitschakelen gebruikt, stopt het apparaat
automatisch na afloop van de ingestelde tijd.
▪ Stel de gewenste tijd in zoals beschreven onder timerfunctie.
▪ Start de timerfunctie door een snelheidsstand te kiezen op de
snelheidsregelaar (10) (Afb. G). De led-ring licht wit op. Het icoon
verschijnt op het LC-display en de resterende tijd wordt weergegeven.
Aanwijzing: de timerfunctie werkt niet in combinatie met de pulse-functie.
G
Aanwijzing: ook als de timer al loopt, kunt u de tijd met de plus/min-toetsen
aanpassen.
▪ Na afloop van de tijd klinkt een akoestisch signaal en wordt het apparaat
automatisch uitgeschakeld. De led-ring op de snelheidsregelaar (10) knippert
tot u het apparaat instelt op de stand UIT (0).
Aanwijzing: druk de start/pauzetoets gedurende minstens 3 seconden in om de
timer te resetten. Op het display verschijnt "00".
Aanwijzing: als de start/pauze-toets of de plus/min-toetsen niet worden
ingedrukt of er niet aan de snelheidsregelaar (10) wordt gedraaid, schakelt het
LC-display na 1 uur automatisch uit. De timer wordt daarbij opnieuw op 0 gezet.
Pauzeren van de timerfunctie met automatisch uitschakelen
U kunt de timerfunctie op elk ogenblik laten "pauzeren".
▪ Zet de snelheidsregelaar (10) in de stand UIT (0) om de tijd te "pauzeren". Het
icoon begint te knipperen.
▪ Om te timerfunctie weer te activeren, stelt u de snelheidsregelaar (10) in op
de gewenste snelheidstand. Het icoon
Aanwijzing: om de timer opnieuw te activeren, moeten snelheidsregelaar (10) in
de stand UIT (0) staan.
begint te
stop met knipperen.
69