erde functies overeenkomen met de
effectieve toestand van het te maa-
ien grasveld (vb. toevoeging van een
zwembad, planten, enz.) (zie "Pro-
grammering").
4-Stel de maaihoogte af (zie "Snijhoo-
gte afstellen").
5-Stel de gevoeligheid van de regensen-
sor af (zie "Regeling regensensor").
6-Plaats de robot in de acculader.
DE ROBOT IN EEN VEILIGE TOESTAND STOPPEN
Tijdens het gebruik van de robot
kan het nodig zijn om de robot in
een veilige toestand te stoppen
om het gevaar dat het mes onve-
rwachts start te vermijden.
Druk op de toets "Off/Stop" (A)
om de robot te stoppen.
Belangrijk
De robot in een veilige toestand
stoppen is noodzakelijk om onde-
rhoudswerkzaamheden en repa-
raties
te
kunnen
(bijvoorbeeld: de accu's vervan-
gen en/of opladen, het mes vervangen,
de machine schoonmaken enz.).
DE ROBOT AUTOMATISCH STOPPEN
De robot stopt automatisch als de hie-
ronder vermelde omstandigheden zich
voordoen.
– Accu's leeg
De robot keert automatisch terug naar
de acculader.
– Regen
In geval van regen keert de robot auto-
matisch terug naar de acculader en zal
werken op de geprogrammeerde wijze
(zie "Programmering").
uitvoeren
- 39 -
Belangrijk
Indien het antidiefstalalarm is inge-
schakeld, schakel het eerst uit voorale-
er
de
robot
op
"Programmering").
7-Na enkele seconden, verschijnt op
het display het bericht "LADEN".
8-De robot begint het gras te maaien
op de geprogrammeerde wijze.
toets "Off/Stop" (A)
– Gemaaid gazon
De sensor detecteert het gemaaide gra-
sveld en de robot keert automatisch te-
rug naar de acculader om te werken
volgens op de geprogrammeerde wijze
(zie "Programmering").
– Einde werkuren
Na de werktijd zal de robot automatisch
terugkeren naar de acculader en we-
rken op de geprogrameerde wijze (zie
"Programmering").
te
tillen
(zie
IDM - 41501710200.tif
NL
Gebruiksaanwijzingen