diagral DM500 Mode D'emploi page 23

Indien uw centrale niet zoals verwacht reageert, moet u uw detector herprogrammeren.
Indien het probleem zich blijft voordoen, herhaalt u de codering van uw centrale en pro-
beert u opnieuw. U heeft uw persoonlijke radiocode geprogrammeerd.
Programmering van de werkingsmodus
●
Wanneer u de detector uit de verpakking haalt, is hij voorgeprogrammeerd op de functie
"vooralarm". U kunt deze programmering behouden of afstellen op een andere werking-
smodus, zoals aangeduid in de onderstaande tabel.
Werkingsmodus
Zone 1
Zone 2
Zone 3
Zone 4
Licht (1)
Geluidssignaal (2)
Vooralarm (3)
(1) Associé à une centrale CBV900 ou CBS1000, cette programmation nécessite des précau-
tions de pose particulières décrites dans le guide de pose du récepteur de commande 230 V.
(2) Actief 24h/24h, ongeacht de staat van de centrale; om over voldoende autonomie te
beschikken kan de detector, in geval van een permanente inschakeling, meerdere minuten
worden uitgeschakeld. Om terug te keren naar de normale werkingsmodus moet u de
detectiezone gedurende minstens 1 min. en 30 sec. verlaten.
(3) Enkel actief in "Volledig Inschakelen" en "Inschakelen Groep B" (in "Inschakelen
Groep B" luidt enkel de centrale gedurende 10 sec.).
(4) Identification d'un détecteur DM500 avec une centrale CBS1000.
Le N° du détecteur affecté au DM500 doit être choisi entre le N° 1 et le N° 4.
S'il s'agit d'un complément d'installation, veillez à ce qu'aucun autre détecteur (type
!
DM220, DM320, DM260, DO220 ou DO230) ne soit déja affecté sur le même numéro
que celui choisi pour le DM500. Si tel est le cas, veuillez procéder comme suit :
exemple, votre centrale CBS1000 comprend à l'origine 4 détecteurs : 1 DM220 sur le
N° 1 et 3 DM320 sur chacun des N° 2, 3 et 4.
Vous choisissez d'affecter votre DM500 sur le N° 1 :
programmez votre DM500 sur le N° 1 et apprenez-le à la centrale en tant que détec-
1
teur (cf. : Guide de pose de la centrale),
reprogrammez le DM220 sur le N° 5 par exemple (cf. : Guide de pose du détecteur)
2
et le réapprendre à la centrale (cf. : Guide de pose de la centrale).
Te programmeren
code
0 0 0 1
0 0 1 1
0 1 0 1
0 1 1 1
1 0 0 1
1 1 0 1
1 1 1 1
(Fig. E)
Controle van de
werkingsmodus
lampje knippert 1 x
lampje knippert 2 x
lampje knippert 3 x
lampje knippert 4 x
lampje knippert 5 x
lampje knippert 7 x
lampje knippert 8 x
NL
N° du
(4)
détecteur
N° 1
N° 2
N° 3
N° 4
-
-
-
23