Gebruik
Instructie:
Voor een directe buitengebruikstelling van
de borstelaandrijving de schakelaar van de
borstelaandrijving loslaten.
Bedrijfsstoffen vullen
WAARSCHUWING
Gevaar voor beschadiging. Alleen de aan-
bevolen reinigingsmiddelen gebruiken.
Voor andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant een verhoogd risico met betrek-
king tot bedrijfsveiligheid, gevaar voor on-
gevallen en verlaagde levensduur van het
apparaat. Alleen reinigingsmiddelen ge-
bruiken die vrij zijn van oplosmiddelen,
zout- en vloeizuren.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Instructie:
Gebruik geen sterk schuimende reinigings-
middelen.
Aanbevolen reinigingsmiddelen:
Gebruik
Onderhoudsreiniging van
alle waterbestendige vloeren
Onderhoudsreiniging van
blinkende oppervlakken
(bijv. Granit)
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van industriële
vloeren
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van fijne stenen
tegels
Onderhoudsreiniging van
stenen in de sanitaire sector
Reiniging en ontsmetting in
de sanitaire sector
Reiniging van alle alkalibe-
stendige vloeren (bijv. PVC)
Reiniging van linoleumvloe-
ren
Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
Mengsel water/reinigingsmiddel vullen.
Maximale temperatuur van de vloeistof
50 °C.
Instructie:
Het deksel van het verswaterreservoir kan
worden gebruikt voor de dosering van het
reinigingsmiddel. De inhoud van het omge-
draaide deksel bedraagt tot de markering
1% van het verswaterreservoir.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Naar de plaats van inzet rijden
Korte trajecten op een effen oppervlak
Duwbeugel verticaal stellen.
Draaigreep borstelaandrukkracht in
stand Rijden zetten.
Apparaat met de duwbeugel naar de
plaats van inzet schuiven.
Langere trajecten, oneffen oppervlakken
Duwbeugel verticaal stellen en vergren-
deling naar omhoog zwenken.
Transportwielen monteren.
LET OP
Beschadigingsgevaar door uitlopend wa-
ter. Vooraleer het apparaat wordt gekan-
teld, moeten het vuilwater- en het verswa-
terreservoir weggenomen worden.
Gevuld vuilwater- en schoonwaterre-
servoir van het apparaat nemen en af-
zonderlijk transporteren.
Apparaat opzij kantelen en op de trans-
portwielen naar de gebruiksplaats
schuiven.
Zitten de transportwielen bij het gebruik
van het apparaat in de weg:
ontgrendelingsknop transportwiel in-
drukken en transportwiel eruit trekken.
Transportwielen tot de aanslag in de
houder voor de transportwielen steken.
Borstelaandrukkracht regelen
Duwbeugel verticaal stellen.
Reinigings-
Draaigreep borstelaandrukkracht eruit
middel
trekken en instellen op de gewenste
waarde.
RM 746
RM 780
Instructie:
Eerste reinigingspogingen met lage aan-
RM 755 es
drukkracht uitvoeren. Aandrukkracht staps-
gewijs verhogen tot het gewenste reini-
gingsresultaat bereikt is. Een juist ingestel-
RM 69 ASF
de aandrukkracht beperkt de slijtage van
de borstels.
Bij overbelasting wordt de borstelaandrij-
RM 753
ving uitgeschakeld.
Bij het reinigen met microvezelwalsen mag
de aandrukkracht maximaal worden inge-
RM 751
steld op de hieronder weergegeven stand.
Bij een hogere aandrukkracht bestaat het
RM 732
gevaar dat de microvezels vernield wor-
den.
RM 752
RM 754
1 Borstelaandrukkracht
2 Rijden
3 Instructie: Voor het instellen de draai-
greep borstelaandrukkracht eruit trek-
ken.
Netaansluiting opbouwen
GEVAAR
Gevaar door elektrische schok.
Voedingskabel van het apparaat vóór ieder
gebruik op schade controleren. Apparaat
met beschadigde kabel niet in bedrijf stel-
len. Beschadigde kabel door een elektri-
cien laten vervangen.
LET OP
Gevaar voor beschadiging!
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
3
-
NL
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
Verlengingskabel met een voldoende grote
diameter gebruiken (zie „Technische gege-
vens") en volledig van de kabeltrommel
wikkelen.
Het einde van de verlengkabel als een
lus in de trekontlastingshaak hangen.
Steek de netstekker in de wandcontact-
doos.
Reinigen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische schok
door een beschadigde stroomleiding.
Stroomleiding niet met de roterende bor-
stels in contact laten komen.
LET OP
Beschadigingsgevaar: Bij reiniging in de
buurt van de muur moet het apparaat met de
afwijsrollen t.o.v. de muur uitgelijnd worden.
Indien de reinigingsoplossing na het
reinigen afgezogen moet worden:
Controleren of de zuigbalken in het ap-
paraat aangebracht zijn.
Pedaal Omlaag zetten zuigbalk bedie-
nen.
Duwbeugel verticaal stellen.
Borstelbewatering inschakelen door de
schakelaar Reinigingsoplossing te be-
dienen.
Borstels inschakelen door de schake-
laar Borstelaandrijving te bedienen.
Duwbeugel naar de bediener zwenken
- het loopwerk wordt ingetrokken en de
borstels raken de grond.
Apparaat aan de duwbeugel over het te
bewerken oppervlak brengen.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor vloerbedekking
Gebruik het apparaat niet ter plaatse.
Polijsten
Beide zuigbalken van het apparaat
wegnemen (zie „Onderhoudswerk-
zaamheden/Zuigbalken vervangen").
Duwbeugel verticaal stellen.
Borstels inschakelen door de schake-
laar Borstelaandrijving te bedienen.
Duwbeugel naar de bediener zwenken
- het loopwerk wordt ingetrokken en de
borstels raken de grond.
Apparaat aan de duwbeugel over het te
bewerken oppervlak brengen.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor vloerbedekking
Gebruik het apparaat niet ter plaatse.
33