3.7
Zomerbedrijf in-/uitschakelen
In zomerbedrijf is de verwarming uitgeschakeld, de voedingsspanning
van de ketel en het regelsysteem blijft echter aanwezig en het warmwa-
terbedrijf is ingeschakeld.
OPMERKING: Vorstgevaar. In zomerbedrijf zijn alleen de
vorstbeveiligingsinrichtingen actief.
▶ Vorstbeveiliging ( pagina 7).
Schakelaar voor zomerbedrijf:
▶ Druk zo vaak op toets
/
knippert.
Afb. 12
▶ Instelling met de ok-toets opslaan.
Het symbool
wordt kort getoond. Daarmee wordt de instelling
bevestigd.
Afb. 13
Zomerbedrijf instellen:
▶ Druk zo vaak op toets
/
knippert.
▶ Instelling met de ok-toets opslaan.
Het symbool
wordt kort getoond. Daarmee wordt de instelling
bevestigd.
Zie voor meer informatie het handboek voor het regelsysteem.
SuprapurSmart-O
tot in het display het symbool
6 720 619 605-21.1O
6 720 619 605-17.1O
tot in het display het symbool
3.8
Vorstbeveiliging instellen
Vraag naar vorstbeveiliging:
▶ Wanneer de vraag naar vorstbeveiliging actief is, kunnen
pomp en ketel op bepaalde tijdstippen in bedrijf zijn.
▶ Wanneer het cv- of warmwaterbedrijf is uitgeschakeld
en een actieve vorstbeveiligingsvraag is
aanwezig, dan worden afhankelijk van de bedrijfsmodus
de symbolen UIT
tegelijkertijd getoond.
Vorstbeveiliging voor cv-installatie:
▶ Maximale aanvoertemperatuur instellen op 50 °C
( hoofdstuk 3.4.2).
-of- Ketel uitschakelen en cv-installatie aftappen
▶ Zie voor meer informatie de handleiding voor het regelsysteem.
Vorstbeveiliging voor de boiler:
Ook bij uitgeschakeld warmwaterbedrijf is de boiler tegen vorstschade
beveiligd.
▶ Warmwaterbedrijf
uitschakelen ( hoofdstuk 3.5.1).
3.9
Installatiedruk
De voor het vullen van de installatie gebruikte methode kan afhankelijk
van de installatie variëren. Informatie over de positie van de vulaanslui-
ting van de installatie, hoe de drukopbouw in de installatie plaatsvindt en
hoe hoog de normale installatiedruk is, krijgt u van de installateur.
OPMERKING: Schade aan de ketel of de installatie.
▶ Vul de installatie uitsluitend bij, wanneer deze koud is,
nooit in warme toestand.
De maximale druk van 3 bar, bij de maximale watertemperatuur mag
niet worden overschreden (veiligheidsventiel opent ter beveiliging van
de installatie).
Bediening | 7
en AAN
6 720 813 309 (2014/06)