Houd de deuren van de koelkast zo kort
■
mogelijk open. Hoe sneller u de deuren
weer sluit, hoe minder koude er verloren
gaat.
Let op het volledig en juist sluiten van de
■
deuren. De afdichting van de deur moet
goed aanliggen tegen de sponning van
de koelkast.
Laat warme of hete levensmiddelen die
■
u in de koelkast wilt bewaren eerst bui-
ten de koelkast afkoelen.
Het bewaren van levensmiddelen, waar-
■
bij vocht vrijkomt, leidt tot het sterker
verijzen van de achterwand van de koel-
kast en tot het verminderen van het
koelvermogen.
Tips
Let bij gebruik van uw nieuwe koelkast op
onderstaande punten:
Een nieuw in gebruik genomen koelkast
■
heeft ongeveer 15 uur nodig (gevuld met
levensmiddelen) totdat de koelkast de
normale
bedrijfstemperaturen
bereikt.
De binnenverlichting gaat knipperen als
■
de deur langer dan 2 minuten openstaat.
Vergewis u er bij het sluiten van de deur
van dat die deur overal volledig afdicht.
De zelfsluitende scharnieren assisteren
daarbij.
Het afkoelen van drank en andere
■
levensmiddelen van kamertemperatuur
tot de temperatuur in het koelvak kan
wel 6 uur vergen. Hoe meer warme spij-
zen u wilt bewaren, hoe meer zal deze
afkoelduur toenemen.
Het verstellen van de temperatuurinstel-
■
ling heeft geen invloed op de snelheid
van afkoelen, maar uitsluitend op het
temperatuurniveau.
Door het bewaren van vochtafgevende
■
levensmiddelen kan zich condens vormen
op de glazen legborden.
38
De elektronische regeling ontdooit het
■
koelvak slechts nog ongeveer eens per
dag. Een meestal zichtbare vorming van
ijs aan de achterwand van het koelvak is
daarom normaal.
Let er op dat de te koelen voedingsmid-
■
delen niet in aanraking komen met de
achterwand van het koelvak om aanvrie-
zen te voorkomen, zodat bij het ont-
dooien het water niet in het koelvak kan
weglopen.
Let er bij het indelen op dat:
■
– olie en vet niet in aanraking komen
met de kunststof delen en met de
afdichting van de deur.
– in het koelvak bij elke temperatuurin-
stelling de koudste zones zich bij de
achterwand en boven het onderste
legbord bevinden.
Leg gevoelige levensmiddelen op het
onderste legbord.
Voorbeeld van een indeling:
■
heeft
– In het vriesgedeelte invriezen en
bewaren van levensmiddelen, toebe-
reiden van consumptie-ijs.
– Op de legborden van boven naar
beneden bakwaren, toebereide spij-
zen, zuivelproducten, vleeswaren en
worst.
– In de inhangbakjes van boven naar
beneden: boter en kaas, tubes, kleine
kartonverpakkingen en eieren, grote
flessen.
– In de groentenbak groenten, fruit en
salades.