Functie
Startfunctie
Werkingsfunctie
Veiligheidsfunctie
Startfunctie (EK01B.4 L-H)
Wanneer van de installatie warmte
wordt gevraagd, wordt eerst de
voorverwarming van de verstuivingslijn
onder spanning gesteld. In de
verstuivingslijn geeft een thermostaat
het afwikkelen van het kastprogramma
vrij, wanneer de instelwaarde voor de
stookolie is bereikt. Bij koud opstarten
duurt het voorverwarmen ongeveer 2
minuten.
Werkingsfunctie
De veiligheidskast start het
–
afwikkelen van het programma
De motor en de
–
onstekingstransformator worden
onder spanning gezet.
Voorventilatie
–
Openen van het elektromagnetische
–
ventiel 4.
Verschijnen van de vlam
–
Transformator wordt zonder spanning
–
geschakeld.
0301 / 13 010 881C
Veiligheidsfunctie
Een storing veroorzaakt stilstand in de
volgende gevallen:
als een vlamsignaal wordt
–
waargenomen gedurende de
voorventilatie (parasietlicht).
als bij het onsteken (openen van het
–
ventiel) geen enkel vlamsignaal wordt
gedetecteerd na 5s (beveiligingstijd).
als, in geval van ongewild uitdoven,
–
en na een poging tot opnieuw
aansteken, geen vlam verschijnt.
Stilstand wegens storing wordt
aangegeven door de storingslamp. De
brander wordt ontgrendeld, na
verhelpen van de oorzaak van de
storing, door een druk op de knop
heropstarten.
Principeschema
1
Branderpomp
2
Drukregelaar
3
Verstuiverpomp
4
Elektromagnetisch ventiel
5
Verstuivingslijn (met
voorverwarming)
6
Verbrandingsbuis
7
Deflector
8
Luchtdoseertrommel
9
Luchtsluitklep met terugtrekveer
(alleen EK01B.4/6)
10
Ventilator
11
Motor
NL
15