LET OP: controleer de luchtbelvanger regelmatig tijdens de procedure en
verwijder zo nodig de ingesloten lucht.
(c) Bevestig het vrouwelijke aan het mannelijke koppelstuk van de snelkoppeling
bij de uitlaatklem (11). Plaats de luchtbelvanger in de luchtbelhouder, hoger dan
de filterpatronen.
(d) Prime de retourlijn en luchtbelvanger door klem 4, 11 en 9 te openen; bevestig
E
de afsluitkraan aan de luchtbelvanger en gebruik zo nodig een spuit om lucht
te aspireren.
7
8
(e) Sluit klem 9 zodra de retourlijn en luchtbelvanger zijn geprimed tot aan de zak.
FILTER
FILTER
OUTFLOW
OUTFLOW
Zorg ervoor dat alle lucht vóór gebruik uit het systeem is verdreven om
Delcath
7. Drukindicatorlijnen installeren
Hemofiltration
Cartridges
(a) Selecteer het juiste type drukindicatorlijnen op basis van het model Medtronic
(Chemofilter)
Bio-Medicus-pomp dat u hebt.
(b) Bevestig de drukindicatorlijn vóór de pomp (om de onderdruk – zuigkracht van
de pomp – te meten) aan afsluitkraan B en prime.
FILTER
FILTER
INFLOW
INFLOW
Drukindicatorlijn
5
6
D
4
C
Bypass
(c) Bevestig de drukindicatorlijn vóór de filter (om de positieve druk te meten - vóór
Line
de filter) aan afsluitkraan D en prime.
(d) Bevestig de drukindicatorlijnen aan poort P1 en P2 op de achterkant van de
Medtronic Bio-Medicus 560 of aan de twee drukindicatordozen (bij gebruik van
een ouder 550 of 540 Bio-Medicus-systeem).
(e) Zet de druktransducers op nul (zie handleiding drukindicatoren of Bio-Console
voor details).
8. Drukproef van circuit
(a) V oer een drukproef uit op het circuit door het toerental (tpm) van de pompkop
langzaam te verhogen tot de druktransducer die is aangesloten op de lijn bij de
Heparinized Saline
WAARSCHUWING
een luchtembolie te voorkomen
1
2
A
E
7
8
FILTER
FILTER
B
OUTFLOW
OUTFLOW
10
Delcath
Hemofiltration
Cartridges
Flowsensor
(Chemofilter)
INLAAT-
INLAAT-
FILTER
FILTER
Drukindicatorlijn
5
6
D
4
C
Bypasslijn
Y-connector D (vóór de filter) een druk van 300 mmHg aangeeft.
(b) V oer een visuele inspectie uit van de aansluiting en patronen om te controleren op
lekken.
LET OP: als een lek wordt gevonden, herstelt u de verbinding vóór u verder
gaat.
(c) Schakel de pomp uit en sluit de klemmen van de patrooninlaat (5, 6) en
patroonuitlaat (7, 8). Verifieer dat de klem van de bypasslijn (4) openstaat.
(d) Het systeem is nu geprimed, gehydrateerd, ontlucht en klaar voor gebruik.
(e) Zorg dat er twee (2) liter fysiologische zoutoplossing beschikbaar is voor later gebruik.
KATHETERS PLAATSEN
9. De 10F veneuze retourhuls inbrengen
(a) Bevestig de afsluitkraan op de slang bij de zijpoort van de huls. Breng met de
standaard Seldinger-techniek (onder echografische geleiding) de veneuze retourhuls
in de v. jugularis inferior in (bij voorkeur de rechter v. jugularis inferior). Spoel de
huls met steriele gehepariniseerde zoutoplossing. Sluit de afsluitkraan. Gebruik van
sonografische geleiding en één punctie van de voorste wand van de vene zijn vereist
om te voorkomen dat u onbedoeld de a. carotis aanprikt. Als de a. carotis per ongeluk
3
Heparinized Saline
wordt aangeprikt, moet de procedure worden afgebroken en uitgesteld tot een latere
datum.
10. De 5F femorale arteriële huls inbrengen
(a) Breng de 5F-introducerhuls met de standaard Seldinger-punctietechniek en standaard
fluoroscopische en arteriografische technieken in de a. femoralis in. Gebruik van
sonografische geleiding en één punctie in de voorste wand van de a. femoralis boven
de femurkop zijn vereist om te garanderen dat de ader kan worden samengedrukt
als de huls wordt verwijderd. Als er per ongeluk een supra-inguinale punctie wordt
gemaakt, moet de procedure worden afgebroken en uitgesteld tot een latere datum.
1
2
11. De 18F veneuze retourhuls inbrengen
(a) B reng de 18F-introducerhuls met de Seldinger-punctietechniek en standaard
fluoroscopische en angiografische technieken in de v. femoralis in, na seriële
A
dilatatie met 8-10F- en 12-14F-dilatatoren. Spoel de huls met steriele
3
gehepariniseerde zoutoplossing. Gebruik van sonografische geleiding en één
punctie in de voorste wand van de a. femoralis boven de femurkop zijn vereist
om te garanderen dat de ader kan worden samengedrukt als de huls wordt
verwijderd. Als per ongeluk een supra-inguinale punctie wordt gemaakt, moet
B
de procedure worden afgebroken en uitgesteld tot een latere datum.
10
12. De Chemofuse® chemotoedieningskatheter inbrengen
(a) Breng de chemotoedieningskatheter door de huls in en voer hem over
een voerdraad op tot in de a. hepatica propria. Gebruik zo nodig een
coaxiale microkatheter.
Flow Probe
(b) Plaats de chemotoedieningskatheter (of microkatheter) in de a. hepatica
propria ruim voorbij de oorsprong van de a. gastroduodenalis om het
chemotherapeuticum (melfalanhydrochloride) toe te dienen en bevestig
de katheter bij de lies aan de huid. Tijdens de infusieprocedure kan één
optimale angiografische projectie van de a. hepatica te worden gebruikt
om de doorgankelijkheid en doorstroming van de a. hepatica periodiek te
documenteren.
(c) Sluit de chemotoedieningskatheter (of microkatheter) aan en houd de
doorgankelijkheid van de katheter in stand conform de infusieprotocollen van
het ziekenhuis (bijv. infusie van gehepariniseerde zoutoplossing: de heparine
13