Droog Zuigen; Natzuigen; Algemene Reinigingsvoorschriften - Metabo ASR 36-18 BL 25 M SC Notice Originale

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 23
Staat de hoofdschakelaar (1) op de stand „AUTO"
of „MAN", dan wordt de volumestroom bewaakt.
Komt de volumestroom onder een vastgestelde
waarde, dan brandt het volumestroom-
controlelampje (6). De inhoud van de filtercassettes
worden bij werkonderbrekingen automatisch
losgetrild als de schakelaar van het trilmechanisme
(2) op de stand „AUTO" staat.
Blijft de volumestroom desondanks onder de
waarde, dan gaat het volumestroom-
controlelampje (6) branden en klinkt bij een
schakelaarstand (2) „AUTO" bovendien een
akoestisch signaal (1 sec. aan, 1 sec. uit) als
waarschuwing dat het reservoir moet worden
geleegd resp. de vlies-filterzak (12) of afvalzak van
polyethyleen (11) moet worden vervangen.
Opmerking: bij een zuigslang-diameter van 19 mm
of kleiner en een ongunstige doorstroming in de
zuigslang kan het voorkomen dat het
volumestroom-controlelampje (6) knippert en een
akoestisch signaal klinkt, terwijl de vlies-filterzak of
afvalzak van polyethyleen nog niet geleegd hoeft te
worden. In dit geval de slang recht leggen, reinigen.
Opmerking: Wanneer vanwege een stofbron (bijv.
een kleine diameter van het afzuigkanaal in de
stofbron, maar een grote diameter van de
zuigslang) de draaischakelaar (5) op een kleinere
waarde moet worden gezet, dan is een toereikend
stoftransport in de zuigslang niet gegarandeerd. Na
elke werkfase moet de zuigslang van de stofbron
worden getrokken om deze schoon te zuigen.
Opmerking: de meegeleverde zuigslang heeft een
diameter van 35 mm.
8. Gebruik
8.1

Droog zuigen

Alleen zuigen met een filtercassette, apparaat en
toebehoren die droog zijn. In vochtige toestand kan
het stof zich vasthechten en een korst vormen.
Vlies-filterzakken (12) of afvalzakken van
polyethyleen (11) altijd samen met de
filtercassettes (22) gebruiken.
8.2

Natzuigen

Het apparaat nooit gebruiken zonder dat de
filtercassettes (22) zijn ingebracht. Het
apparaat kan onherstelbaar beschadigd raken.
Bovendien kan er water uit komen.
Er kunnen afvalzakken van polyethyleen (11)
worden gebruikt. De filtercassettes (22) zijn
geschikt voor het nat zuigen.
Vóór het nat zuigen het droge zuigproduct
verwijderen. Hierdoor wordt een sterke vervuiling
en korstvorming voorkomen.
De ingebouwde watersensor schakelt de motor bij
een vol reservoir af. Apparaat leegmaken. Wordt
het apparaat niet uitgeschakeld, dan blijft de
herstartbeveiliging actief. Het apparaat is pas weer
klaar voor gebruik nadat het eerst uit- en vervolgens
opnieuw ingeschakeld is.
Na het uitschakelen kan er wat water uit de slang
teruglopen.
Vóór het legen eerst de zuigslang uit de vloeistof
nemen.
Wordt het apparaat vervolgens voor droog zuigen
gebruikt, dan een droge filtercassette plaatsen. (Bij
het veelvuldig wisselen tussen droog- en natzuigen
raden wij het gebruik van een tweede set
filtercassettes aan.) Filtercassettes, reservoir en
toebehoren laten drogen, zodat het stof niet aan
vochtige onderdelen kan hechten.
8.3
Gebruik als industriestofzuiger (IS):
Hoofdschakelaar (1) naar RECHTS (stand „MAN")
draaien.
Stel met de draaischakelaar (5) de diameter van de
gebruikte zuigslang in.
Komt de volumestroom onder de vastgestelde
waarde, dan brandt het volumestroom-
controlelampje (6), als waarschuwing, dat het
reservoir geleegd, resp. de vlies-filterzak (12) of
afvalzak van polyethyleen (11) vervangen of het
filter gereinigd moet worden.
8.4
Gebruik als ontstoffer (ENT):
De ontstoffer mag maar met één enkele stofbron
worden verbonden.
De hoofdschakelaar (1) en de schakelaar van het
trilmechanisme (2) op de stand „AUTO" zetten.
Stel met de draaischakelaar (5) de diameter van de
gebruikte zuigslang in. Zie voor gedetailleerde
informatie hoofdstuk 7.4.
8.5
Transport
De zuigopening (17) met de sluitstop (18) afsluiten.
De uiteinden van de slang in elkaar steken zodat er
geen stof vrijkomt.
Zuigslang om de zuiger leggen.
Accessoires in een geschikte kunststof zak doen en
deze afsluiten.
Het bovenste gedeelte (14) moet stevig met het
reservoir (16) zijn verbonden - controleer of de
vergrendelingen (15) zijn gesloten.
9. Reiniging
9.1

Algemene reinigingsvoorschriften

Reservoir en toebehoren met water reinigen. Het
bovenste gedeelte (14) met een vochtige doek
afvegen.
Opgelet! Dit apparaat bevat stof dat schadelijk is
voor de gezondheid. Het leegmaken en het
onderhoud, inclusief het wegnemen van
stofcontainer, mag alleen worden uitgevoerd door
NEDERLANDS nl
37

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières