Mitsubishi Electric CITY MULTI CMB-M-V-J1 Manuel D'installation page 46

2. CMB-M108, 1012, 1016V-JA1(-TR), CMB-P1016V-KA1(-TR) (Als er een sub-BC-controller is aangesloten)
Unit 1
Unit 2
Ⓐ
Ⓐ
K L
L
K
A
Ⓓ
Item
Totale leidinglengte
Langste leidinglengte
Tussen buitenunit (warmtebron)
en hoofd-BC-controller
Directe verbinding tussen
binnenunits en (hoofd- of sub-)
BC-controller
Tussen binnenunits en hoofd-BC-
controller via sub-BC-controller
Boven buitenunit
Tussen
(warmtebron)
binnen- en
buitenunits
Onder buitenunit
(warmtebron)
(warmtebron)
Tussen BC-controller (zowel
hoofd- als sub-BC-controller) en
binnenunit
Tussen binnenunits
Tussen BC-controller (zowel
hoofd- als sub-BC-controller) en
sub-BC-controller
Tussen buitenunits (warmtebron)
12
C
Ⓑ
A
C
C
Ⓕ
a
b
a
b
Ⓖ
B
B
c
c
Ⓔ Ⓓ
*1
Ⓗ
(Eenheid: m)
Leidingdeel Toelaatbare waarde
"K+L+A+B+C Mag de maximum-
+D+E+F+G+J lengte van de
+M+a+b+c+d koelleiding niet
+e+f+g+j" overschrijden *1
165 of minder
"K(L)+A+C
(Lengte gelijk aan
+E+G+J+j"
190 of korter)
"K(L)+A" 110 of minder
"a" of "b" of
"B+c" of
60 of minder *2
"B+d" of "e" of
"f" of "g" of "j"
"C+D+e" of
"C+E+F+f" of
"C+E+G+M+g" 90 of minder *3
of
"C+E+G+J+j"
H 50 of minder
H1 40 of minder
15 of minder
h1
(10 of minder *4)
30 of minder
h2
(20 of minder *4)
h3 15 of minder
h4 0,1 of minder
Ⓓ
e
e
D
Ⓒ
D
D
Ⓖ
E G
Ⓖ
G
E
E G
F M
F M
F
Ⓒ
M
f
d d
f
Ⓓ
Ⓓ
Ⓐ Buitenunit (warmtebron)
Ⓑ BC-controller (hoofd)
BC-controller (sub)
Ⓒ
Ⓓ Binnenunit
Binnenunit (Totale capaciteit van binnenunit stroomafwaarts: 100 tot 250)
Ⓔ
Ⓕ Gepaarde leiding (Modelnaam: CMY-R160-J1)
Ⓖ Koppelleiding 2 aftakkingen
Tot drie units voor 1 aftakgat
Ⓗ
Totale capaciteit: 80 of minder (maar gelijk in koel-/verwarmingsstand)
Opmerkingen:
*1 Zie "Restrictions on piping length" (Maximum- en minimumwaarden
voor leidingen) op P. 3.
*2 Zie Fig. 1. (Wanneer echter model P/M200 of P/M250 binnenunit is
aangesloten, is de maximaal toegestane afstand tussen de BC-controller en
de verst afgelegen binnenunit 40 m.)
*3 Wanneer de leidinglengte of het hoogteverschil meer is dan de in Fig. 1
aangegeven beperking, sluit u een sub-BC-controller aan op het
systeem. De beperking voor een systeem met een sub-BC-controller is
aangegeven in Fig. 2.
Wanneer een bepaalde systeemconfiguratie in het gearceerde gebied
in Fig. 2 valt, maakt u de hogedrukleiding groter en de vloeistofleiding
tussen de hoofd- en sub-BC-controller een maat groter. Bij gebruik van
binnenunits van model P/M32, P/M40, P/M50, P/M100, of P/M125, maakt
u de maat van de vloeistofaftakleiding tussen de sub-BC-controller en
de binnenunit een maat groter.
Bij gebruik van P/M140 of een groter model binnenunit, mag de
beperking in Fig. 1 niet worden overschreden.
*4 De waarden tussen haakjes geven de maximumlengte van de leidingen
aan die tijdens de installatie in acht moeten worden genomen als de
aansluitcapaciteit van de binnenunit 200 of hoger is.
*5 In het systeem waarop P/M200-binnenunits of hoger worden aangeslo-
ten, mogen geen aftakkoppelingen of aftakverzamelbuizen worden
gebruikt.
*6 Sluit geen P/M200- of P/M250-binnenunits en andere binnenunitmodel-
len op dezelfde poort aan.
*7 In het systeem waarop P/M100- tot P/M140-binnenunits worden
aangesloten, voegt u de twee poorten samen voordat u ze aansluit.
(Stel DIP SW4-6 op de BC-controller in op ON.)
*8 Het is mogelijk om binnenunits van model P/M100 tot en met P/M140
aan te sluiten op één poort. (Stel DIP SW4-6 in op OFF.) Merk op dat de
koelcapaciteit iets zal afnemen. (De fabrieksinstelling voor DIP SW4-6
is OFF.)
Wanneer alleen de units PEFY-P50/63/71/80VMHS2-E worden aangesloten,
moeten de dipswitches SW4-1 en SW4-6 op de BC-controller op ON
worden gezet.
*9 Binnenunits die op dezelfde aftakkoppeling worden aangesloten,
kunnen in verschillende werkingsstanden niet tegelijkertijd worden
bediend.
*10 Wanneer u units PEFY-P50/63/71/80VMHS2-E aansluit op twee poorten,
dient u koppelleidingset CMY-R160-J1 te gebruiken.
*11 De maximale totale capaciteit van binnenunits die op elke sub-BC-
controller kan worden aangesloten is P/M350.
*12 Sub-BC-controller kan niet worden gebruikt bij Ⓑ.
*13 Voor het aansluiten van types 15 tot 50 van de binnenunit.
Maak een trompverbinding van de aansluitpoort voor het de binnenunit; snij
de leiding daarvoor af op de snijplaats die overeenkomt met de capaciteit
van de binnenunit.
*14 Er kunnen tot 11 sub-BC-controllers worden aangesloten.
J
J
J
Ⓒ
Ⓒ
g
j
g
j
Ⓓ
Ⓓ