Elektrische Installatie; De Adresseringen En In Gebruik Zijnde Apparaten Instellen; Proefdraaien - Mitsubishi Electric CITY MULTI CMB-WM108V-AA Manuel D'utilisation

Masquer les pouces Voir aussi pour CITY MULTI CMB-WM108V-AA:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 24

6. Elektrische installatie

Raadpleeg van te voren alle van toepassing zijnde reglementen van de
energiebedrijven.
Waarschuwing:
Elektrisch werk moet door gekwalificeerde elektriciens worden gedaan in
overeenstemming met alle van toepassing zijnde "Technische Normen voor
Elektrische Installatie" en de meegeleverde instructiehandleidingen. Er moe-
ten ook speciale circuits gebruikt worden. Als de stroomvoorziening te laag
wordt gedimensioneerd of als er montagefouten worden gemaakt kan dit elek-
trische schokken of brand tot gevolg hebben.
Sluit alle kabels goed aan.
Sluit het netsnoer aan op de bedieningsdoos m.b.v. een kabeldoorvoer die span-
krachten kan opvangen (een PG-aansluiting of iets dergelijks).
[Fig. 6.0.1] (P.5)
A Regelkastje
C ø21 gat (gesloten rubberen bus)
E Klem de kabels hier vast
Sluit het netsnoer niet aan op het klemmenbord voor de bedieningskabels.
(Als u dit wel doet, kan het stuk gaan.)
Zorg voor de bedrading tussen de controledraad klemborden van het bin-
nenapparaat, buitenapparaat en HBC-/Sub-HBC-controller.
Gebruik tweeaderige signaalkabels zonder polariteit.
Gebruik tweeaderige afgeschermde kabels (CVVS, CPEVS) met een diameter van
1,25 mm
voor de signaaldraden.
2

7. De adresseringen en in gebruik zijnde apparaten instellen

De adresschakelaar van elk HBC-/Sub-HBC-controller is ingesteld op "000" bij het
verlaten van de fabriek.
Stel de adresswitch in naar een adres dat gelijk is aan het laagste adres van de
binnenapparaten die zijn aangesloten op de HBC-/Sub-HBC-controller plus 50.

8. Proefdraaien

Controleer het volgende voordat u een test uitvoert:
Controleer nadat u de binnenunits en HBC Controllers hebt geïnstalleerd
en de leidingen en kabels hebt aangesloten nog een keer of er geen koel-
vloeistof lekt, water lekt, of de aan- en afvoer niet omgekeerd gemonteerd
zijn en of de voedings- en besturingskabels slap hangen.
Gebruik een 500V-isolatiemeter om te controleren of de isolatieweerstand
tussen het aansluitblok van de voeding en de aarde meer dan 1,0 MΩ is.
Als de weerstand minder dan 1,0 MΩ is, gebruik het apparaat dan niet.
Nadat de waterleiding met water is gevuld, moet de leiding worden ontlucht. Alle
gegevens over het ontluchten staan in de aparte handleiding voor onderhoud
van de waterleiding.
B Voedingskabel
D Transmissiedraden
De schakelaarcapaciteit van de hoofdvoeding van de HBC-/ Sub-HBC-controllers en
de draadgrootte zijn als volgt:
Schakelaar (A)
Smeltveiligheid
Vermogen
Zekering
16
16
20 A
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij u naar de installatiehandleiding
van het buitenapparaat.
Netspanningskabels van apparatuur mag niet lichter zijn dan ontwerp 245 IEC 53
of 227 IEC 53.
Een schakelaar met een contactonderbreking van minimaal 3 mm in elke pool
moet door de airconditionerinstallateur worden geleverd.
Let op:
Gebruik alleen de correcte waarde voor de zekering en de onderbreker. Bij toe-
passing van zekeringen of leidingen van een verkeerde capaciteit kan een de-
fect of brand optreden.
Zorg ervoor dat de buitenapparaten geaard zijn. Sluit de aardingskabel niet
aan op een gasleiding, een waterleidingspijp, een bliksemafleider of een tele-
foonaardingskabel.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Ken de HBC-controler een adres toe dat gelijk is aan het laagste adres van
de binnenapparaten die zijn aangesloten op de HBC-/Sub-HBC-controller
plus 50. Als het adres echter overlapt met de adressen van andere appara-
ten, kan dan het adres toe dat gelijk is aan het volgende laagste adres plus
50.
Raadpleeg hiertoe de installatiehandleiding van de buitenapparaten.
Let op:
Meet nooit de isolatieweerstand van het aansluitblok voor de besturingska-
bels.
Het niet goed ontluchten van het systeem, het sluiten van de kleppen
stroomopwaarts of stroomafwaarts ten opzichte van de pomp enz. kan
ertoe leiden dat de pomp zonder water pompt, waardoor de pomp defect
kan raken.
Zorg voor het vervangen van een pomp dat de stroomvoorziening is afge-
koppeld. Verwijder of bevestig de koppeling van de pomp niet wanneer de
pomp onder stroom staat. Anders zal de pomp stuk gaan. Wacht na het uit-
schakelen van de stroomvoorzieningen 10 minuten voordat u verdergaat
met de werkzaamheden.
Aardlekschakelaar
Draaddiameter
20 A 30 mA
1,5 mm
2
0,1 s of minder
59

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières