Eurotops YT6601-02 Manuel De L'utilisateur page 77

NL
De trechterafscheiding boven op de afvoertrechter regels de hoogte van de
afvoer. Zet beide T-knoppen los om de afscheider te laten zakken of op te
tillen naar de gewenste hoogte en draai de T-knoppen vast om de afscheider
vast te zetten. OPMERKING: Draai de T-knoppen niet te vast aan.
Voor de meest efficiënte sneeuwverwijdering moet u de sneeuw
windafwaarts gooien en een lichte overlap hebben bij elke strook.
Duw de sneeuwruimer vooruit op een comfortabele snelheid maar langzaam
genoeg om het pad volledig te ruimen. De breedte en diepte van de sneeuw
bepaalt uw voorwaartse snelheid.
Begin uw te ruimen pad in de buurt van het stopcontact en werk naar buiten,
waarbij u de sneeuw gooit in een beweging heen en terug.
Bij het draaien aan het einde van een strook, stapt u over het snoer en draait u
de sneeuwruimer. Gebruik het wiel aan de ene kant als het draaipunt. Kantel
de sneeuwruimer licht op dit draaipunt tijdens het draaien.
De sneeuwruimer kan tot 30 cm diep in één keer verwijderen. Om grotere
sneeuwbanken af te schaven, tilt u de sneeuwruimer met de primaire en
hulpgrepen en plaatst u de sneeuwruimer op de sneeuwbank. Laat het
gewicht van de sneeuwruimer de sneeuw afschaven door de ruimer te
schommelen in een heen-en-weer-beweging.
Bij het ruimen van trappen houdt u de sneeuwruimer bij de primaire en
hulpgrepen en gebruikt u een draaiende of vegende beweging.
Ruim de sneeuw vaak voordat het te hoog wordt. Het is het beste de
sneeuw direct te ruimen nadat het neerkomt.
Sommige delen van de sneeuwruimer kunnen bevriezen onder extreme
temperaturen. Als delen bevriezen terwijl de sneeuwruimer in bedrijf is, stopt u
de sneeuwruimer, ontkoppelt u het verlengsnoer en inspecteert u op bevroren
delen. Haal al het ijs weg voordat u opnieuw opstarten of de sneeuwruimer
bedient. Probeer de sneeuwruimer niet te bedienen met bevroren delen en
probeer ook niet elementen te forceren die bevroren zijn.
Laat na het ruimen van de sneeuw, de sneeuwruimer enkele minuten draaien
om te voorkomen dat ijs bewegende delen vastvriest. Schakel de motor dan uit,
wacht tot alle bewegende delen zijn gestopt en veeg het ijs en de sneeuw van
de sneeuwruimer met een schone doek.
76