Afbeelding 6. Aansluiten op een ademhalingscircuit voor pasgeborenen
2. De Aerogen Solo kan tussen het beademingsapparaat en de droge kant van
de bevochtiger worden geplaatst. Afbeelding 7 geeft een configuratie weer
voor de Aerogen Solo aan de droge kant van de bevochtiger. De Aerogen
Solo kan in deze configuratie worden gebruikt met een neusinterface.
Afbeelding 7. Aerogen Solo aan droge kant van bevochtiger
3. De Aerogen Solo kan tussen het Y-stuk en de endotracheale tube worden
geplaatst, zoals in Afbeelding 8. De Aerogen Solo kan worden gebruikt
met een HME-apparaat (warmte- en vochtuitwisselaar), dat een filter kan
bevatten.
158
Aerogen®