IMS PULSEMIG 300-T2 Instructions page 57

SD kaart
SYMPTOMEN, MOGELIJKE OORZAKEN, OPLOSSINGEN
SYMPTOMEN
"De draadaanvoer is niet
constant."
De motor van het draadaanvoersysteem werkt niet.
Slechte draadaanvoer.
Geen lasstroom.
De draad loopt vast na de rollers.
De lasrups is poreus.
Zeer grote vonkdelen.
Geen gas aan de uitgang van de toorts.
PULSEMIG 300-T2
Op de SD kaart kunnen de fabrieksinstellingen bewaard worden.
De kaart is onmisbaar bij een « total » reset.
Druk, na het resetten van de instellingen, kort op de SD kaart om
deze te los te wippen, om te voorkomen dat bij iedere opstart van
het apparaat de gegevens van de kaart opnieuw geladen worden.
Zo blijft de SD kaart in de houder, maar kan hij door het apparaat
niet gelezen worden.
Password :
Het standaard password is : 0000.
Bij verlies biedt het «supergebruikers» wachtwoord de moge-
lijkheid het apparaat te ontgrendelen : MORWAS.
Om het standaard wachtwoord te reactiveren : 0000. Het appa-
raat moet een complete reset ondergaan. Zie reset paragraaf.
MOGELIJKE OORZAKEN
Spatten verstoppen de opening
De draad glijdt niet mee met de rollers.
Eén van de rollen draait niet goed.
De kabel van de toorts zit gedraaid.
De rem van de spoel of van de rollers zit te strak.
Probleem met de stroomvoorziening
De mantel die de draad leidt is vies of beschadigd.
Pin voor de as van de rollen mist
De rem van de draadspoel zit te strak.
Stopcontact en stekker niet correct aangesloten.
Slechte aarding.
Voedingsschakelaar buiten gebruik.
De mantel die de draad leidt is verpletterd.
Blokkering van de draad in de toorts.
Geen capillaire buis.
De snelheid van de draadaanvoer is te hoog.
De gastoevoer is te laag.
Gasfles is leeg.
De kwaliteit van het gas is onvoldoende.
Luchtstroom of invloed wind.
Gasbuis is vies.
Slechte draadkwaliteit.
Het te lassen oppervlak is van slechte kwaliteit
(roest, etc ...)
Het gas is niet aangesloten.
Boogspanning is te laag of te hoog.
Slechte aarding.
Beschermgas is onvoldoende.
Slechte gasaansluiting.
OPLOSSINGEN
Maak de contactbuis schoon of vervang deze, breng
anti-hechtmiddel aan.
anti-hechtmiddel aanbrengen.
Controleer de instelling van de schroef van de roller.
De kabel van de toorts moet zo recht mogelijk lopen.
Draai de rem en de rollers losser.
Controleer of de AAN/UIT schakelaar op "AAN" staat.
Reinigen of vervangen.
De pin weer in de houder brengen
Draai de rem losser.
Kijk naar de aansluiting van de stekker en controleer
of deze drie-fasen gevoed wordt.
Controleer de massa kabel (aansluiting en staat van
de klem).
Controleer de trekker van de toorts.
Controleer de mantel en de toorts.
Vervangen of schoonmaken.
Controleer de aanwezigheid van de capillaire buis.
Verlaag de aanvoersnelheid van de draad.
"Regelbereik tussen 15 en 20 L/min.
Reinigen van het basismetaal."
Vervangen.
Vervangen.
Tocht voorkomen, lasgebied afschermen.
Maak de gasbuis schoon of vervang deze.
Gebruik een lasdraad dat geschikt is voor MIG-MAG
lassen.
Het werkstuk schoonmaken voor het lassen.
Controleer of het gas is aangesloten op de ingang
van de generator.
Lasinstellingen controleren.
Controleer en plaats de massaklem zo dicht mogelijk
bij de laszone.
Gastoevoer aanpassen.
Controleer de aansluiting van het gas
Controleer of de elektro-klep werkt
NL
57