De Elektrische Aansluitingen Maken; Externe I/O-Gegevens; De Externe Statische Druk Selecteren; De Aansluitadressen Instellen - Mitsubishi Electric CITY MULTI Série Manuel D'installation

Masquer les pouces Voir aussi pour CITY MULTI Série:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 27

9.3. De elektrische aansluitingen maken

Controleer de modelnaam van de handleiding bevestigd op het deksel de klem-
bedkast met deze vermeld op het typeplaatje.
1. Verwijder de schroeven (1 stuk) waarmee de afdekplaat bevestigd is om de
afdekplaat eraf te halen.
[Fig. 9.3.1] (P.7)
A Schroef om het deksel vast te schroeven (1 stuk)
B Deksel
2. Open de uitduwgaten
(Gebruik hier een schroevendraaier of iets dergelijks voor.)
[Fig. 9.3.2] (P.7)
C Klembedkast
E Haal weg
3. Bevestig de bedrading van de elektriciteitsbron aan de controlekast door
middel van een buffer voor de trekkracht. (Een PG-aansluiting of iets dergeli-
jks.) Sluit transmissiebedrading op het transmissieklembed aan doorheen de
uitsparing van de controlekast met een gewone doorvoer.
[Fig. 9.3.3] (P.7)
F Gebruik PG-doorvoer zodat het gewicht van de kabel en externe krachten
geen trekbelasting op de klemaansluiting van de voedingskabel uitoefent.
Borg de kabel met een kabelklem.
G Voedingsdraden
I Transmissiedraden
4. Sluit de bedrading van de voedingseenheid, aarde, transmissie en afstands-
bedieningseenheid aan.
De klembedkast moet niet worden gedemonteerd.
[Fig. 9.3.4] (P.7)
J Aansluitblok voor de voedingskabel
K Klembord voor binnen transmissie
L Klembed voor afstandsbediening
[Afgeschermde kabelaansluiting]
[Fig. 9.3.5] (P.7)
A Klembed
C Afschermingsdraad
D De aarddraad van twee kabels worden samen op de S-aansluiting aangeslo-
ten. (Eindaansluiting)
E Isolatietape (om te voorkomen dat de aarddraad in de afgeschermde kabel in
contact komt met de aansluitklem van de transmissiekabel)
5. Nadat de bedrading is voltooid, controleer nogmaals dat er geen speling op
de verbindingen zit, en bevestig het deksel op de klembedkast in de omge-
keerde volgorde van het verwijderen.
Opmerking:
Bij het bevestigen van het deksel van de klembedkast de kabels of dra-
den niet klemmen. Dit kan leiden tot een risico van onderbreking.
Bij onderbrenging van de klembedkast, zorg ervoor dat de connectors
op de zijkant van de kast niet worden verwijderd. Als deze verwijderd
zijn, kan er geen normale werking zijn.

9.4. Externe I/O-gegevens

Voorzichtig:
1. De kabels moeten door een isolatiebuis met extra isolatiemateriaal wor-
den afgeschermd.
2. Gebruik relais of schakelaars die voldoen aan de IEC-norm of een ver-
gelijkbare norm.
3. De diëlektrische sterkte tussen toegankelijke onderdelen en het regel-
circuit moet 2750 V of hoger bedragen.
D Uitduwgat
H Gebruik een gewone bus.
B Ronde aansluitklem

9.5. De externe statische druk selecteren

De fabrieksinstelling voor externe statische druk is ingesteld op 50 Pa of minder.
Er hoeft daarom niet te worden geschakeld als het apparaat onder standaar-
domstandigheden wordt gebruikt.
Externe statische druk
35 Pa
50 Pa
70 Pa
100 Pa
150 Pa
1
De afbeelding links toont dat de schakelaar op 1 is
1
2
ingesteld.
2
3
[Fig. 9.5.1] (P.7)
<Printplaat besturing binnenunit>

9.6. De aansluitadressen instellen

(Zorg ervoor dat er geen stroom op het apparaat staat als u de adressen instelt.)
[Fig. 9.5.1] (P.7)
<Printplaat besturing binnenunit>
Er zijn twee types draaibare schakelinstellingen beschikbaar: voor het in-
stellen van adressen 1 – 9 en groter dan 10, en voor het instellen van aftak-
kingsnummers.
1 Hoe u de aansluitadressen instelt
Voorbeeld: Als het adres "3" is, laat SW12 (voor groter dan 10) dan op "0"
staan en breng SW11 (voor 1 – 9) in overeenstemming met "3".
2 Hoe u de nummers van de aftakkingen instelt bij SW14 (alleen voor de
R2-lijn)
Het aftakkingsnummer dat aan elk binnenapparaat is toegewezen, is het
poortnummer van de HBC controller waarop het binnenapparaat is aan-
gesloten.
Laat de waarde op "0" voor apparaten die niet tot de R2-lijn behoren.
De draaischakelaars worden in de fabriek allemaal op "0" gezet. Deze scha-
kelaars kunnen worden gebruikt om de addressen van de apparaten en de
nummers van de aftakkingen naar keuze in te stellen.
De vaststelling van de aansluitadressen van het binnenapparaat varieert met
het systeem dat u gebruikt. Stel ze in overeenstemming met de technische
gegevens in.
9.7. De kamertemperatuur oppikken met de
ingebouwde sensor in een afstandsbe-
diening
Als u de kamertemperatuur wilt oppikken met de ingebouwde sensor in een af-
standsbediening, zet dan SW1-1 op het controlebord op "ON" (AAN). U kunt, in-
dien nodig, de instelling van SW1-7 en SW1-8 ook gebruiken om de luchtstroom
aan te passen als de thermometer van de verwarming op OFF (UIT) staat.

9.8. Het stroomvoltage wijzigen

(Zorg ervoor dat er geen stroom op het apparaat staat als u de adressen instelt.)
[Fig. 9.5.1] (P.7)
Gebruik schakelaar SW5 om de vereiste voedingsspanning te selecteren.
Zet SW5 op 240V voor een voedingsspanning van 240 volt.
Zet SW5 op 220V voor een voedingsspanning van 220 of 230 volt.
Schakelaar
3
a
2
b
1
SWA
SWC
3
a
2
b
1
SWA
SWC
3
a
2
b
1
SWA
SWC
3
a
2
b
1
SWA
SWC
3
a
2
b
1
SWA
SWC
65

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières