Voor de installateur
• Het verwarmingselement (9) en de temperatuurregelaar (N2) met de meegeleverde kabelboom
bedraden. Het uiteinde van de kabelboom met 2 platte stekkers op de temperatuurregelaar (N2)
steken, de andere 2 platte stekkers van de kabelboom (in het midden) op de aansluitingen van het
verwarmingselement steken in de clip(s) aan de onderkant van de luchtgeleidingsmodule vastzetten.
(net als de kabel van de reeds in het apparaat ingebouwde thermostaat).
Het losse uiteinde van de kabelboom door de voorste opening onder in de tussenwand steken (in de
schakelruimte).
• De luchtklep (7) in het ventilatiecomponent weer insteken, het ventilatiecomponent in het apparaat
schuiven (de kabelboom daarbij met de siliconenslang iets in de schakelruimte bijtrekken) en
vastzetten.
• De bevestigingsplaat weer in de tussenwand hangen.
• Het losse uiteinde van de kabelboom overeenkomstig de tabel aansluiten (zie ook schakelschema) en
de kabelboom op de achterkant van de bevestigingsplaat vastzetten (kabelbinders).
Aanduiding
Draad (eindhuls)
Draad (platte stekker)
• De temperatuurregelaar (N3) met de blauwe draad aansluiten naar N (X2) aansluiten
(zie schakelschema).
• De meegeleverde zwarte draad (lengte L=150 mm) is alleen in combinatie met één van de regelaars
RTi 100 M, RTi 101 EP en RTi 103 EP nodig (S1 en S2).
Opmerking:
De bedrading van de AAN/UIT-schakelaar en de temperatuurregelaar (N3) in combinatie met de
thermostaat moet overeenkomstig onderstaande tabellen worden aangesloten.
De bedrading is afhankelijk van het model van de thermostaat (zie schakelschema's).
40
Verplaatsing
van
Kabelboom
Kabelboom
naar
LH (X2) van onderen af aansluiten
N3