Bosch GNF 20 CA Instructions D'emploi page 52

Aanwijzingen voor het gebruik
Draag een veiligheidsbril, ge-
hoorbescherming en stofmas-
ker.
Draag
stevige schoenen.
De machine mag alleen worden gebruikt
voor het droog doorslijpen van steen.
Stel de freesdiepte in zoals beschreven in het ge-
deelte „Freesdiepte instellen".
Opmerking: ter voorkoming van onnauwkeurig-
heden bij het uitbreken van de brug moet de
freesdiepte ca. 3 mm dieper dan de gewenste
groefdiepte worden gekozen.
Zet de machine met de loopwieltjes 6 op het te
bewerken oppervlak. De freeseenheid moet zich
in de bovenste stand bevinden.
Schakel de machine in.
Duw de ontgrendelingsknop 2 naar boven om de
freeseenheid te ontgrendelen. Laat de freeseen-
heid langzaam dalen en in het materiaal vallen.
Geleid de machine altijd aan beide grepen.
Belangrijk is de richting van de doorslijpwerk-
zaamheden.
De machine moet altijd tegenlopend werken. Be-
weeg de machine daarom niet in de andere rich-
ting. Anders bestaat het gevaar dat de machine
ongecontroleerd uit de snede wordt geduwd.
De machine kan in de freesrichting geduwd of ge-
trokken worden. Verticale sleuven kunnen door
een trekkende manier van werken van boven
naar onderen gemakkelijk gefreesd worden.
Draai de freeseenheid na het einde van de werk-
zaamheden uit de sleuf terwijl de machine loopt
en tot de freeseenheid in de bovenste stand vast-
klikt.
Schakel de machine uit.
52 • 3 609 929 804 • TMS • 19.04.01
werkhandschoenen
Werk met een matige
voorwaartse
ging, aan het te bewer-
ken materiaal aange-
past. Let daarbij op de
freesrichting.
Rem uitlopende doorslijpschijven niet af door er
aan de zijkant tegen te duwen.
Voorzichtig! De diamantdoorslijpschijven
worden tijdens de werkzaamheden zeer
heet. Raak ze niet aan voordat ze zijn afge-
koeld.
en
Verwijder de achtergebleven brug in het materi-
aal met het meegeleverde uitbreekgereed-
schap 20.
Frezen in bochten is niet mogelijk, omdat de dia-
mantdoorslijpschijven anders in het materiaal
schuin trekken.
Wanneer plaatmaterialen worden doorgeslepen,
moeten deze op een vaste ondergrond liggen of
bewe-
ondersteund worden.
Wanneer muurdoorvoeren worden gemaakt, bij-
voorbeeld met een boorhamer, kan losbreken
van het materiaal aan het oppervlak in grote mate
worden voorkomen door met de machine eerst
een groef met maximale freesdiepte te frezen.
Bij het doorslijpen van bijzonder harde ma-
terialen, bijvoorbeeld beton met veel kiezel,
kan de diamantdoorslijpschijf oververhit ra-
ken en daardoor beschadigd worden. Een
krans van vonken rond de diamantdoor-
slijpschijf geeft dit duidelijk aan.
Onderbreek in dit geval de doorslijpwerkzaamhe-
den en laat de diamantdoorslijpschijf gedurende
korte tijd afkoelen door de machine onbelast te
laten draaien.
Een duidelijk verminderde werksnelheid en een
krans van vonken rond de slijpschijf duiden op
een stomp geworden diamantdoorslijpschijf.
Door kort te snijden in abrasief materiaal (bijvoor-
beeld kalkzandsteen) kan deze weer scherp wor-
den gemaakt.
Nederlands - 5
20