Vortice HRI-E One Notice D'emploi Et D'entretien page 52

NEDERLANDS
Montage aan het plafond
Er zijn verschillende montagemogelijkheden: Vortice
adviseert het apparaat aan het plafond te bevestigen
met behulp van de speciale beugels (afzonderlijk
verkrijgbaar) (fig.4).
4 4
Condensafvoer
Tijdens de normale werking zal zich op de bodem van
het apparaat condens
opgevangen in een dubbel bakje met twee afvoeren
naar buiten.
De aansluitpunten zitten op de onderkant van het
apparaat (fig. 5). De condensafvoer kan gerealiseerd
worden door op de afvoeren twee slangen aan te
sluiten, met een binnendiameter van ongeveer 19 mm.
Om de vorming van luchtbellen te voorkomen moet een
sifon gerealiseerd worden met het slangetje dat uit de
afvoer met het nummer 1 op het apparaat naar buiten
komt, zoals aangegeven in fig. 5b.
5 5
52
verzamelen, dit wordt
1
2
N.B.
U dient er zich na de montage in ieder geval van te
verzekeren dat het apparaat perfect waterpas is, om de
perfecte werking ervan te garanderen.
De leidingen die gebruikt worden voor de kanalisatie
moeten de juiste afmetingen hebben.
De leidingen van en naar buiten moeten thermisch
geïsoleerd worden en mogen niet worden blootgesteld
aan trillingen
De aanzuig- en afvoerleidingen, met nominale
doorsnede van 125 mm, moeten bevestigd worden aan
de overeenkomstige openingen van het apparaat met
behulp van strips
bevestigingssystemen.
Als de afvoer plaatsvindt vanaf het dak dan is het
gebruik van een geschikte voorziening verplicht, die
bedoeld is om de vorming van condens en het
binnendringen van regenwater te voorkomen.
Als de afvoer plaatsvindt vanaf het dak dan is het
gebruik van een geschikte voorziening verplicht, die
bedoeld is om de vorming van condens en het
binnendringen van regenwater te voorkomen.
Snij het uiteinde van de leiding diagonaal af.
N.B.
Het is noodzakelijk de sifon te realiseren, waarbij u zich
dient te houden aan de in fig. 5c aangegeven maten;
anders kan de regelmatige werking van het apparaat
niet gegarandeerd worden.
De condensafvoer kan ook gerealiseerd worden door
gebruik te maken van het rioolsysteem van de woning.
5a 5a
af andere geschikte
2
1