Batavus X4 Mode D'emploi page 46

Opslaan van persoonsgegevens (Save)
14.
Voor 6 personen kunnen de persoonlijke gegevens
opgeslagen worden in de functie Stop op USB-
geheugensticks door op de toets "Save" te drukken.
Elke USB-stick bewaart max. 30 gegevensreeksen
(instellingen van bijv. tijd, afstand of
calorieën) per persoon. Het cijfer wordt op het
beeldscherm 1 weergegeven, bijv. Sav 13. Op het
rechterbeeldscherm worden de gegevens die daarbij
horen, weergegeven. Bij 30 geheugenopslagen
wordt automatisch de eerste geheugenopslag
gewist en het aantal 30 weergegeven. Door op de
toets "Reset" te drukken wordt opnieuw de laatste
trainingsmodus weergegeven.
Geheugenwaarden 1-30 (Recall)
15.
Door op de toets "Recall" te drukken in de modus
Stop, wordt de laatst gebruikte gegevensreeks
van de gebruiker die weergegeven wordt op het
beeldscherm 1, weergegeven. Door opnieuw
te drukken kunnen de andere gegevensreeksen
aftellend geselecteerd worden. Door de toets
"Reset" te gebruiken, wisselt de weergave naar het
trainingsprogramma.
Rustfunctie (Sleep)
16.
Wanneer er niet getraind wordt en er geen toets
indrukt wordt, schalkelt de Cockpit na 4 minuten
automatisch over naar de rustmodus. Op het
beeldscherm 1 wordt de weekdag, de datum en de
naam "Batavus" (lichtkrant) weergegeven. Op het
beeldscherm 2 wordt de kamertemperatuur en het
tijdstip weergegeven.
TRAININGSVOORBEREIDING
. Het toestel is niet aangesloten.
A
Stop eerst de kleine stekker van de
1.
transformatorkabel in het stopcontact achteraan
op het toestel. Stop dan de grote stekker in een
stopcontact dat aangesloten is op het net.
Er weerklinkt een lang geluidssignaal en alle
2.
segmenten van beide beeldschermen worden bij
wijze van test kort weergegeven.
De Cockpit toont dan gedurende enkele
3.
seconden de naam "Batavus" en een
controlenummer, alvorens hij omschakelt naar
de invoermodus. Het jaartal knippert. De
volgorde van de invoer vindt u in het hoofdstuk :
datumgegevens/tijdstip.
Het toestel bevindt zich (reeds aangesloten) in
B.
rustmodus.
. De temperatuur enz. wordt weergegeven.
1
Door op de toets "Reset" te drukken, wordt er
2.
overgeschakeld naar de invoermodus.
Door op de toetsen "Plus/Minus" te drukken
3.
kan een programma geselecteerd worden.
De volgorde van de invoer wordt bij de
programmabeschrijvingen uitgelegd.
4 6
INVOER VAN DATUMGEGEVENS EN TIJDSTIP
Datum (Calender):
Invoermogelijkheden:
Maand Dag
01-12 01-31
De weekdag wordt overeenkomstig de
datuminstelling automatisch berekend en
weergegeven.
MON Maandag
TUE Dinsdag
WED Woensdag
THU Donderdag
FRI Vrijdag
SAT Zaterdag
SUN Zondag
De Cockpit moet zich in de invoermodus
1.
bevinden.
Het jaartal knippert op het beeldscherm 1.
•
Druk op de toetsen "Plus/Minus" om te
selecteren.
•
Druk op de toets "Mode".
Het cijfer van de dag knippert.
•
Druk op de toetsen "Plus/Minus" om te
selecteren.
•
Druk op de toets "Mode".
Het cijfer van de maand knippert.
•
Druk op de toetsen "Plus/Minus" om te
selecteren.
•
Druk op de toets "Mode".
De uren knipperen op het beeldscherm 2.
•
Druk op de toetsen "Plus/Minus" om te
selecteren.
•
Druk op de toets "Mode".
De minuten knipperen.
•
Druk op de toetsen "Plus/Minus" om te
selecteren.
•
Druk op de toets "Mode".
Zonder ingestoken USB-stick voor
de gebruikersgegevens kunt u nu een
trainingsprogramma selecteren. Is er een USB-stick
ingestoken, dan worden de gebruikersgegevens
nu ingevoerd. De gebruikers U1- U6 (User 1-6)
worden, overeenkomstig de geselecteerde USB-
stick, kort weergegeven. Dan knippert het getal dat
uit 8 cijfers bestaat, voor de gebruikersnaam.
GEBRUIKERSGEGEVENS
Een USB-stick voor een van de 6 gebruikers (User)
moet ingestoken zijn.
Gaat u dan na de invoer van het tijdstip verder.
Het getal dat uit 8 cijfers bestaat, knippert.
•
druk op de toetsen "Plus/Minus" om de letters
Jaar
00-50