Skin-Port; Aspireassist-Systeem; Connector - Aspire Assist Manuel D'utilisation

1.2.3 Skin-Port

De Skin-Port wordt door een arts geplaatst, 10 tot 14 dagen na
plaatsing van de A-Tube. De Skin-Port wordt aan het uiteinde van
de A-Tube bevestigd. Nadat de Skin-Port volledig geïnstalleerd
is, kan de A-Tube worden gebruikt voor aspiratietherapie.
Tussen de huid en de Skin-Port kunnen drainkussentjes worden
geplaatst om de stomalocatie schoon te houden. Indien ze
worden gebruikt, moeten de drainkussentjes regelmatig worden
vervangen om de stomalocatie droog en schoon te houden.
A. Bevestigingsgaten connector. Gaten in het oppervlak van
de Skin-Port waarmee tanden op de connector aan de
Skin-Port kunnen worden bevestigd.
B. Skin-Port-oppervlak. Voorkant van de Skin-Port die kan
draaien in de Skin-Port, alleen wanneer de connector is
bevestigd en de connectorhendel wordt ingedrukt.
C. Klepopening. Wanneer de opening op één lijn ligt met de
opening van de A-Tube (alleen tijdens activering van de
connector) kan aspiratie worden uitgevoerd.
B
C

1.2.4 AspireAssist-systeem

Het systeem bestaat uit de volgende elementen:
Opgevouwen Companion en accessoires zodat ze in de
draagtas passen
A
B
C
D
G
F
I
32
Huid (buik)
A
H
E
Gemonteerde
Companion
klaar voor
gebruik
A. Afvoerslang. Slang waardoor opgezogen maaginhoud uit
de Companion geloosd wordt.
B. Connector en connectorslang. Zorgt voor koppeling van
de Companion aan de Skin-Port. Wordt bevestigd aan de
connector; door de flexibele slang wordt opgezogen
voedsel naar de Companion vervoerd.
C. Companion. Zie rubriek 1.2.1.
D. T-Fitting. Heeft twee fittings met weerhaken die bevestigd
worden aan de connector en de afvoerslang, en wordt aan
de Companion gekoppeld.
E. Reservoir. Zachte waterfles waarin kan worden geknepen
om water door de A-Tube in de maag te pompen of om de
Companion-slangen te spoelen.
F. Draagtas. Voor het opbergen van de Companion en de
bijbehorende accessoires.
G. Afvoerklem. Wanneer deze in de gesloten stand staat, kan
water door de connectorslang naar binnen worden
gepompt. Wanneer de hendel in de open stand gezet wordt,
is aspiratie door de afvoerslang mogelijk.
H. Koord. Draagband waarmee de Companion om de hals kan
worden gehangen.
I. Noodklem. In geval dat de Skin-Port losraakt van de A-Tube,
kan de noodklem op de A-Tube worden vastgeklemd om te
voorkomen dat maagvloeistof naar buiten lekt en de A-Tube
het stomakanaal in migreert.

1.2.5 Connector

De connector heeft de volgende kenmerken:
A. Connectorhendel. Als de hendel helemaal met de klok mee
wordt gedraaid, gaat de klep van de Skin-Port open. Als de
hendel weer in de oorspronkelijke stand wordt gezet, gaat
de klep weer dicht.