Afwezigheid Van Reactie Van De Ketel Op Een Warmtevraag 0; Afwezigheid Van Reactie Van De Ketel Op De Signalen Van De Regelaar Voor Het Sanitair Warm Water - bulex THERMOSYSTEM HR TOP 80 Notice D'installation Et D'emploi

Installatie-en gebruiksaanwijzing Thermosystem
9.4. Afwezigheid van reactie van de ketel op een
warmtevraag 0..10 V
(externe regelaar/bedieningskast)
• Ga eerst na of de externe regelaar het signaal
0..10 V voor warmtevraag uitzendt op basis van de
ingestelde temperatuur voor de uitgaande leiding,
of om de ketel op een bepaald vermogen te laten
werken (uitgedrukt in percentage).
Naargelang van de gekozen temperatuurregeling,
moet u de parameter 08 op:
- 02 (temperatuursinstelling uitgaande leiding)
of
- 03 (vermogenindicatie) zetten.
Controleer op de aansluitklemmen van de ketel of
de brug tussen klem 13 en 14 aanwezig is. Controleer
ook of de externe regelaar een signaal van 0 -10 V
uitzendt. Respecteer de polariteit!
Met de werkwijze "Gegevens" van de ketel kunt u de
temperatuursinstelling in de uitgaande leiding (punt
6) en de ketelcapaciteit nagaan (punt 8). De gem-
eten ketelcapaciteit moet gedeeld worden door het
aantal modules om deze waarde te vergelijken met
die van de externe regelaar.
9. Afwezigheid van reactie van de ketel op de
2-puntenregeling
• Controleer in het ProE-systeem of het
omschakelcontact tussen de klemmen 13 en 14 van
de externe regelaar gesloten werd.
Opmerking
Wanneer een brug werd aangebracht tussen
de aansluitklemmen 1 en 14 en de
Thermosystem toch in werking komt, moet
de externe regelaar gecontroleerd worden.
• Controleer de regeling van de parameter 08 m.b.t.
de manier van regelen. De geregelde waarde moet
00 zijn (aan/uit-thermostaat).
9.6 Afwezigheid van reactie van de ketel op de
signalen van de regelaar voor het sanitair warm
water.
• Controleer de regelingen van de regelaar.
• Controleer de vulpomp.
• Controleer de aansluiting C1/C2 op de connector
7-8-9.
C1/C2
Tabel 14 Aansluiting koppeling -8-9 op C1/C2
88
Connector -8-9
C1 op 21
C2 op 20
Controle van de bedrading:
Aansluitstaafje
Thermosystem
C1/C2 Boiler sonde
Klemmen 21, 22
7-8-9
Boilersonde
Laadpomp
Tabel 15 Specifieke bedrading
• Controleer de parameters.
Zie punt 5.11.4
"Hydraulisch schema/aansluitschema" voor alle
informatie daaromtrent.
9. Diagnosesysteem
Elke storing die een module van de ketel blokkeert,
doet op het scherm een punt knipperen achter het
eerste cijfer; bovendien gaat de rode storingsdiode
branden.
De 3 andere cijfers geven het storingstype weer.
De storingen die zich niet beperken tot een
specifieke module, maar tot het geheel van de ketel
zijn te herkennen aan de letter "E" voor het getal.
Het volgende hoofdstuk beschrijft de algemene
elektronische fouten die de vervanging van de
centrale besturing van de modules vereisen.
9.8 Storingen die een blokkering van de installatie
veroorzaken
b u r . 7
Fig. 0 B.v.. : Weergave op het multifunctionele
display
Betekenis
b Branderstoringen
Storing brandermodule 1
Storing brandermodule 2
...
Storing brandermodule 7
E Storing op alle modules
Tabel 16 Storing die een blokkering van de
installatie veroorzaakt
0/0
Connector calorMATIC
-8-9 60
C1C2
Klemmen Klemmen
7, 8, 9 7, 8, 9
SP (blauw)
LP/UV (rood)
Storingscode
b 01
b 02
...
b 07
E 92