Aanpassing Aan De Verwarmingsinstallatie; Instelling Van De Maximale Temperatuur Aan De Uitgang Van De Ketel; Regeling Van De Wachttijd Van De Pomp; Beperking Van Het Vermogen Bij Het Vullen Van De Boiler - bulex THERMOSYSTEM HR TOP 80 Notice D'installation Et D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour THERMOSYSTEM HR TOP 80:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

0/0

 Aanpassing aan de verwarmingsinstallatie

De aanpassing van de ketel aan de verwarmingsin-
stallatie gebeurt in de modus "parameterinstelling".
Het concept van het gebruik, de selectie van de
verschillende parameters en de regeling ervan is
weergegeven in sectie 6.2.
De regelingen vanaf parameter 4 zijn bestemd voor
de installateur en zijn slechts zichtbaar na de
onderhoudscode C25 te hebben ingevoerd.
Tabel 10 geeft u een overzicht van de instelbare
parameters.
.1 Instelling van de maximale temperatuur aan de
uitgang van de ketel
Met parameter 1 kunt u de maximale temperatuur
aan de uitgang van de ketel instellen.

.2 Regeling van de wachttijd van de pomp

Met parameter 22 kunt u de wachttijd van de pomp
in het ketelcircuit instellen. Met parameter 29 kunt u
de wachttijd van een accumulatiepomp die
rechtstreeks verbonden is met de ketel instellen.
. Beperking van het vermogen bij het vullen van
de boiler
Met parameter 30 kan het maximale aantal actieve
modules van de ketel opgegeven worden voor het
vullen van de boiler. Het maximale vermogen van
elke module bedraagt 40 kW. U kunt deze regeling
pas doen wanneer de boiler gevuld wordt via de
interne ketelbesturing en niet via een externe rege-
ling.

.4 Gedrag bij het starten

Met parameters 24 en 31 kan de snelheid waarmee
het vermogen wordt opgevoerd bij warmteaan-
vraag in de verwarmingsmodus en bij het vullen van
de boiler worden bepaald.
U kunt de wachttijd vooraleer de volgende module
wordt ingeschakeld tussen 0,3 en 5 minuten instellen.
Parameters
Stooklijn
1
Maximale temperatuur van de aanvoerleiding in de verwarmingsmodules
4
Het minimale setpoint voor de aanvoertemperatuur bij 20°C buitentemperatuur
11
De minimum buitentemperatuur voor instellen stooklijn
13
Bloktemperatuur op cv-vraag. Wanneer aan de hand van debuitentemperatuur een
waarde wordt berekend voor de aanvoertemperatuur die een kleinere waarde heeft dan
parameter 13 dan zal er geen warmtevraag worden gegenereerd. Het praktisch nut van
deze parameter is van toepassing in de zomer, wanneer het buiten warm is en er een set-
point van 25°C berekend wordt en parameter 13 op 30 staat ingesteld. In dit geval wordt de
cv-vraaggeblokeerd en wordt voorkomen dat de radiatoren warm worden.
14
Correctie op de buitentemperatuur indien noodzakelijk.
(bijvoorbeeld door een afwijking van de NTC)
15
Een open contact van de kamerthermostaat-aansluiting geeft nachtverlaging in graden op
setwaarde. Een gesloten contact op kamerthermostaat-aansluiting geeft de daginstelling.
Tabel 8 Parameters van belang bij instellen stooklijn-buitenvoeler
Installatie-en gebruiksaanwijzing Thermosystem

. Cv-bedrijf met kamerthermostaat

Door de parameter 8 op 00 te zetten wordt de cv-
vraag bepaald door het schakelen van de kamer-
thermostaat. Als kamerthermostaat kan zowel een
modulerende als ook een aan/uit thermostaat ge-
bruikt worden. Het setpoint van de aanvoertemper-
atuur waarop gemoduleerd wordt, kan gegeven
worden door de middel van parameter 1. Bij gebruik
van een modulerende kamerthermostaat dient er
een Opentherm clip-in interface gebruikt te worden.
Deze clip-in interface zorgt voor de communicatie
tussen ketel en kamerthermostaat. Het setpoint voor
de aanvoertemperatuur wordt dan bepaald door de
kamerthermostaat. De ketel gaat in een regelstop in-
dien de aanvoertemperatuur 5°C hoger wordt dan
het ingestelde setpoint van de aanvoertemperatuur
(dit is parameter 1). De ketel komt weer in bedrijf wan-
neer de aanvoertemperatuur zover gedaald is, dat
deze lager is dan het ingestelde setpoint (parameter
1) +5°C – de ingestelde cv-hysterese (parameter 9).
110
Param. 1
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
Param. 11
0
-25 -20 -15 -10 -5
Buitentemperatuur in °C
Figuur 2 Parameters stooklijn
De ketel gaat in een regelstop als de aanvoertemper-
atuur 5°C hoger is dan het setpoint van de aanvoert°
(param. 1). De ketel komt weer in bedrijf als de aanvo-
ertemperatuur daalt tot dat deze kleiner is dan het set-
point (param. 1)+5°C- de hysterese (param. 9)
Param. 1
Param. 1
Param. 12
0
5 10 15 20 25 30 35
9

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières