Cv-Bedrijf Met Extern Setpoint, 0-10V; Tapwaterbedrijf; Tapwaterbedrijf Met Boiler Ntc (Electronisch); Tapwaterbedrijf Met Boileraquastaat (Mecanisch) - bulex THERMOSYSTEM HR TOP 80 Notice D'installation Et D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour THERMOSYSTEM HR TOP 80:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Installatie-en gebruiksaanwijzing Thermosystem
.6 Cv-bedrijf met buitenvoeler
De aanvoer-en retourvoeler zijn op de ketel gemonteerd. U regelt dus de ketel weersafhankelijk en niet de installatie.
Als er een buitenvoeler is aangesloten, dan dient er een stooklijn ingesteld te worden (zie figuur 23) en param-
eter 8 op 01 (zie tabel 10) gezet te worden. Op basis van de heersende buitemperatuur wordt het setpoint
van de aanvoertemperatuur berekend. Het toestel zal vervolgens op deze aanvoertemperatuur gaan mod-
uleren. De parameters in tabel 11 zijn van belang bij het instellen van de stooklijn.

. Cv-bedrijf met extern setpoint, 0-10V

Door parameter 8 op 02 of 03 te zetten is het mogelijk de aanvoer met een 0-10V signaal extern in testellen. De
parameters in tabel 6 zijn van toepassing. De ketel gaat in een regelstop als de aanvoertemperatuur 5°C hoger
is dan het setpoint van de aanvoertemperatuur (dit is parameter 1). De ketel komt weer in bedrijf als de aanvoer-
temperatuur daalt totdat deze kleiner is dan het setpoint (parameter 1)+5°C- de hysterese (parameter 9)
Parameters
Stooklijn
16
Hier wordt het setpoint bepaald bij een spanning van 0V
17
Hier wordt het setpoint bepaald bij een spanning van 10V
13
Bloktemperatuur op cv-vraag. Wanneer aan de hand van de buitentemperatuur een
waarde wordt berekend voor de aanvoertemperatuur die een kleinere waarde heeft dan
parameter 6 dan zal er geen warmtevraag worden gegeneerd. Het practisch nut van
deze parameter is van toepassing in de zomer, wanneer het buiten warm is en er een set-
point van 25°C berekend wordt en parameter 13 op 30 staat ingesteld. In dit geval wordt
de cv-vraag geblokeerd en wordt voorkomen dat de radiatoren warm worden.
15
Een open contact van de kamerthermostaat-aansluiting geeft nachtverlaging in graden op
setwaarde. Een gesloten contact op kamerthermostaat-aansluiting geeft de daginstelling.
Tabel 9 Parameters van belang bij instellen stooklijn-extern setpoint

.8 Tapwaterbedrijf

Het is mogelijk om met de Thermosystem het tapwaterbedrijf te verzorgen. Aan de AM-4 module kunnen een
boileraquastaat of een boiler NTC sensor en een boilerpomp of driewegklep gekoppeld worden. Tapwater-
bedrijf heeft altijd voorrang op cv-bedrijf. In de volgende hoofdstukken wordt er uitleg gegeven over de
verschillende mogelijkheden. Daarnaast kan er naar keuze een 3-wegklep, een boilerpomp of geïnverteerde
3-wegklep worden aangestuurd (parameter 26).

.9 Tapwaterbedrijf met boiler NTC (electronisch)

De boiler NTC wordt aangesloten op de klemmen 21 en 22. De boiler pomp, de (geînverteerde)driewegklep
wordt angesloten op de kroonaansluitingen 8, 9 en 10. Op het moment van tapvraag wordt de cv-pomp
gestopt en begint de boilerpomp te draaien. De parameter in tabel 7 zijn van belang bij het tapwaterbed-
rijf (parametermode). Er wordt tapvraag gegenereerd als de temperatuur in de boiler onder de ingestelde
warmhoudtemperatuur komt van parameter I + de ingestelde hysterese van parameter 27. Het toestel gaat
nu moduleren op een temperatuur die bestaat uit de som van parameter 2 en parameter 28. Het einde van
de tapvraag wordt bereikt als de temperatuur van het water in de boiler 5°C hoger is dan de ingestelde
waarde bij parameter
Parameters
Tapwaterbedrijf
2
Warmhoutemperatuur van de boiler
3
Vrijgave tapwatervraag
27
Hysterese tussen 5 en 15°C
28
Verhoging setpoint voor modulatie op T1(aanvoer) tijdens tapwaterbedrijf, er wordt-
gemoduleert op parameter 2 (warmhoudtemperatuur) + parameter 28
29
Nadraaitijd van de boilerpomp
Tabel 10 Parameters van belang bij instellen tapwaterbedrijf
.10 Tapwaterbedrijf met boileraquastaat (mekanisch)
De beschrijving uit 7.9 is ook van toepassing met dien verstande dat er tapvraag wordt gegenereerd wan-
neer de boilerthermostaat gesloten is (boilerthermostaat aansluiten op kroonsteenaansluitingen 21 en 22).
In dit geval dient de waarde van parameter 2 + parameter 28 groter of gelijk te worden gemaakt aan de
instelling van de temperatuur op de boilerthermostaat. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het toestel op
de juiste aanvoertemperatuur gaat moduleren. Indien de standaardinstellingen worden aangehouden is er
geen probleem.
80
0/0

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières