Aansluiting Rookgasafvoer Bij Een Hermetische Ketel; Rookgasafvoerleiding Bij Een Niet-Hermetische Ketel; Aansluiting Van De Ketel Aan De Rookgasafvoerleiding; Afvoer Van De Condenswater - bulex THERMOSYSTEM HR TOP 80 Notice D'installation Et D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour THERMOSYSTEM HR TOP 80:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Installatie-en gebruiksaanwijzing Thermosystem
.6 Aansluiting rookgasafvoer bij een hermetische
ketel (zonder luchttoevoer vanuit de stookplaats)
De verbrandingslucht die de ketel voedt, wordt van
langs buiten toegevoerd via een leiding. De plaats
waar de ketel geïnstalleerd is, moet in elk geval
verlucht worden conform de vigerende reglementer-
ing. U kunt verschillende systemen van
lucht-/rookgasleiding gebruiken. De ketel mag slechts
werken samen met gecontroleerde en gecertificeerde
luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen, conform de
montagehandleiding voor afvoerleidingen van
verbrandingsproducten. Enkel de doorvoeren van
Bulex mogen gebruikt worden.
Dak doorvoer (Ref. 7041064)
Geveldoorvoer (Ref. 7041063)
Indien het toestel als C-type wordt aangesloten di-
ent men op de luchttoevoer een kap te plaatsen om
inregenen te voorkomen.
Houd rekening met de maximaal toe te passen lei-
dinglengtjes van toe-en-afvoer met eventuelet bo-
chten, te berekenen met behulp van de gegevens
in tabel 6.
. Rookgasafvoerleiding bij een niet-hermetische
ketel (luchttoevoer vanuit de stookplaats)
De verbrandingslucht wordt afgenomen uit de
stookplaats. De openingen voor het verluchten van
de stookplaats moeten conform zijn met de viger-
ende bepalingen (condensatieketel type B).
De plaatsing van de rookgasafvoerleiding moet
gebeuren conform de normen NBN D 61001 en NBN
D 51003 en de leiding zelf moet gecertificeerd zijn.
Houd rekening met de maximaal toe te passen lei-
dinglengtjes van toe-en-afvoer met eventuelet bo-
chten, te berekenen met behulp van de gegevens
in tabel 6.
.8 Aansluiting van de ketel aan de
rookgasafvoerleiding.
Alle ketels zijn uitgerust met speciale koppelingen
voor rookgasleidingen zodat er geen condenswater
uit kan lekken en ze extra weerstand bieden tegen
overdruk. De rookgasafvoerleiding moet een aans-
luiting bevatten om een meting mogelijk te maken
conform de wet op de emissie van giftige stoffen.
Voor de regeling moet er ook een
schoonmaakopening met een diameter van
minstens 100 mm aangebracht worden in de rook-
gasafvoerleiding.
De diameter van schoonmaakopening in de
rookgasafvoerleiding moet aangepast zijn aan de
diameter van deze leiding, en zo nodig nog vergroot
worden.
Opmerking
Er moet een meetopening worden
aangebracht in het deel van de
rookgasafvoerleiding dat zich buiten de
mantel van de ketel bevindt.
64
Indien het nodig blijkt, is het mogelijk om in de
rookgasafvoerleiding een beveiliging tegen te hoge
temperatuur aan te brengen (rookafvoerinstallatie).
De rookgasafvoerleidingen moeten gewaarborgd
bestand zijn tegen een temperatuur van minstens
120°C.
Een beveiliging tegen oververhitting (aangepast aan
de warmteweerstand) moet aangebracht worden in
de rookgasafvoerleiding, als de technische
voorschriften die opleggen.
Deze beveiliging tegen oververhitting van de
afvoerleidingen moeten in de veiligheidskring van de
ketel opgenomen zijn.
.9 Afvoer van het condenswater
De pH-waarde van het condenswater dat
geproduceerd wordt per 1 kg/ m
tussen 3,5 en 4,5.
Het condenswater bevat geen ontoelaatbare ionen
van zware metalen. De verwarmingsketel is uitgerust
met een condensopvangbak en een
condenswaterafvoer.
Ofwel stroomt het condenswater dat afkomstig is
van de verbranding rechtstreeks in de riolering, ofwel
wordt dit eerst geneutraliseerd om daarna naar de
riolering afgevoerd te worden.
Opmerking
Om te weten als het condenswater
moet geneutraliseerd worden, neem contact
met het watermaatschappij.
• Vul de condenswatersifon alvorens de
verwarmingsketel in werking te stellen.
Gevaar!
Uit een toestel dat werkt met lege sifon
kunnen giftige verbrandingsproducten
ontsnappen.
Gebruik voor het verlengen van de
condensaatafvoerleiding uitsluitend afvoerleidingen
conform de norm .

.10 Aansluiting van de condensaatafvoerleiding

De
condensafvoerleiding
aangebracht worden met een minimum doorsnede
van Ø40mm. Het lozingspunt moet zichtbaar blijven.
0/0
aardgas ligt
3
moet
onder
afschot

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières