Elektrische Aansluiting; Aansluiting Van De Voedingsleiding; Aansluiting Van Een Regeltoestel; Interne Regelmodi - bulex THERMOSYSTEM HR TOP 80 Notice D'installation Et D'emploi

Installatie-en gebruiksaanwijzing Thermosystem

.11 Elektrische aansluiting

Gevaar!
Levensgevaar door elektrocutie ter plaatse
van onderdelen onder spanning!
Onderbreek de elektrische voeding
vooraleer werkzaamheden aan het
toestel uit te voeren en blokkeer haar om
elke herinschakeling te verhinderen.
Opgelet !
DE KETEL IS FASEGEVOELIG
Type transfo
Thermosystem 80
Thermosystem 120
Thermosystem 160
Thermosystem 200
Thermosystem 240
Thermosystem 280
Enkel een erkende installateur die instaat voor het
naleven van de normen en de vigerende richtlijnen
is gemachtigd om de elektrische installatie te doen.
Wij verwijzen meer bepaald naar de instructie RGIE
en de instructies van de bevoegde
elektriciteitsleverancier..
De voedingskabels (netspanning en laagspanning)
(leiding van de sonde enz.) moeten afzonderlijk
gelegd worden.
Gevaar!
De automatische ontsteking,
de gasmechanismen en de ventilators
werken op een spanning van 20 V/0 Hz.
Voer de bedrading als volgt uit:

.11.1 Aansluiting van de voedingsleiding

De nominale netspanning moet 230 V bedragen;
netspanningen van meer dan 253 V en minder dan
190 V kunnen functiestoornissen veroorzaken. Verbind
de voedingskabel met de netspanning via een
zekering van minimum 16A.
• Sluit de voedingskabel aan op de aansluitstrook
vooraan, onder de ketel.
Gevaar!
Sluit de fasedraad juist aan. Anders zal de
ketel niet goed werken!
Zet eerst de ketel onder spanning en bedien
pas daarna de aan/uit-schakelaar!
66
-> 140 VA
-> 210 VA
-> 280 VA
-> 350 VA
-> 420 VA
-> 490 VA
• Sluit de netvoeding aan via de daartoe voorziene
aansluitklemmen N en L.
Opmerking
Voor de verwarmingsketel met een nominaal
verwarmingsvermogen van meer dan
0 kW moet een noodstopschakelaar
aangebracht worden in een andere kamer
om de elektrische voeding van de brander
tweepolig te onderbreken.
Een bordje met de vermelding
"Noodstopschakelaar - stookplaats" moet bij
de noodstopschakelaar aangebracht
worden.

.11.2 Aansluiting van een regeltoestel

Om over te gaan tot de regeling van de
verwarmingsinstallatie, is het mogelijk om een
0-10V sturing te installeren met modulaire brander-
regeling. De stuurleidingen (regelspanning 0...10 V)
afkomstig van een externe regelaar
(bv. bedieningskast) worden op de klemmen 15 en
16 van de aansluitstrook aangesloten. De brug tussen
de aansluitklemmen 13 en 14 moet blijven zitten.
De sondes en de modules van de installatie die niet
beschreven worden in volgende punten
aan de regelaar worden aangesloten.

.11. Interne regelmodi

Met de parameter 8, kunt u de volgende werkwijzen
parametriseren.
- externe 2-puntsregelaar (Param. 8-00)
- 0...10 V ingestelde temperatuur uitgaande leiding
(Param. 8-02)
- 0...10 V vermogenindicatie (Param. 8-03)
Werking "bouwplaats", d.w.z. dat de
verwarmingsketel werkt op de
maximumtemperatuur zonder externe regeling.
Regeling door de aansluitkabel van de connector
7-8-9 te trekken (aansluitklemmen 22, 23, 24).

.11.4 Externe buitenvoeler

Een buitenvoeler kan worden aangesloten opklem-
men 17 en 18. Het toestel functioneert dan weers-
afhankelijk waarbij het aan/uit contact als dag/
nachtverlaging gebruikt kan worden. Sluit hiervoor
op 13 en 14 een universele aan/uit klok (geen ther-
mostaat) aan. Is 13 en 14 verbonden reageert de
ketel als dagstand, is 13 en 14 verbroken dan gaat
de ketel in nachtverlaging.Parameter 8 dient op 01
te worden ingesteld om debuitenvoeler te activeren
en met parameter 15 is de nacht-verlaging in te stel-
len.
0/0
moeten