Beat-Effecten [Rhythm Functie] - Pioneer EFX-1000 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 29
BEDIENING (Beat-effecten [RHYTHM functie])
MIX regelaar
Gebruik deze regelaar om de mengbalans in te stellen tussen het
oorspronkelijke en effectgeluid. Stel deze regelaar in op de middelste
klikstand voor standaard effectgeluid.
2) DELAY, ECHO, PITCH ECHO, TRANS,
FLANGER, FILTER, PHASER
7) BEAT EFFECTS
(kiezen van beat-effect)
TIME
BPM MODE
6) 1/8, 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1, 8/1
(kiezen van maatslag)

Beat-effecten [RHYTHM functie]

Met de beat-effect functie [RHYTHM functie] kunt u een reeks
effecten creëren gesynchroniseerd met een door uzelf
ingevoerd ritme.
1. Gebruik de RHYTHM MODE toets om de ritme-functie in
te schakelen.
¶ De RHYTHM MODE toets licht op.
2. Gebruik de beat-effect-keuzetoetsen om het gewenste
beat-effect te kiezen.
¶ Kies uit DELAY, ECHO, PITCH ECHO, TRANS, FLANGER,
FILTER of PHASER.
¶ De toets van het gekozen beat-effect knippert.
¶ Zie blz. 114-116 voor nadere bijzonderheden betreffende de
effecten.
3. Kies met de EFFECT FREQUENCY toetsen (LOW, MID,
HI) het frequentiebereik waarop het effect moet worden
toegepast.
¶ De indicator van het gekozen frequentiebereik licht op.
¶ Bij meerdere malen indrukken van de toets wordt de functie
beurtelings in- en uitgeschakeld.
4. Druk op de ritme REC toets om de REC functie in te
schakelen.
¶ Op het BPM display wordt "
¶ Als er geen ritme is ingevoerd, komt het apparaat automatisch
in de REC stand te staan in stap 1.
5. Voer het gewenste ritme in met behulp van de TAP toets.
¶ De ingevoerde tikken worden herkend als een tempo wanneer
zij optreden met een interval korter dan 2 seconden. Maximaal
8 tikken kunnen worden ingevoerd.
¶ De getelde tikken (RHYTHM TAP) worden op het display
afgebeeld.
¶ Tijdens het invoeren van het ritme, wordt de beat-keuzetoets
[1/1] gekozen.
124
<DRB1368>
3) EFFECT
FREQUENCY
LOW, MID, HI
DEPTH
CHARACTER
MIX
5) TAP
1) RHYTHM MODE
4) Ritme REC
" aangegeven.
6. Kies een van de beat-keuzetoetsen om de totale
tijdsduur van het ingevoerde ritme vast te leggen.
¶ De totale tijdsduur van het ingevoerde ritme zal worden
vermenigvuldigd als reactie op de gekozen toets.
¶ Kies uit 1/8, 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1 of 8/1.
¶ De ingedrukte beat-keuzetoets licht op.
7. Trek de BEAT EFFECTS schakelaar naar de [ON] stand
om het effect toe te passen.
Als u de schakelaar van u af duwt naar de [ON/LOCK] stand:
De schakelaar wordt vergrendeld zodat het effect voortdurend
wordt toegepast, ook nadat u de schakelaar hebt losgelaten. Om
het effect te stoppen, zet u de schakelaar terug in de middenstand
[OFF].
Als u de schakelaar naar u toe trekt naar de [ON] stand:
Het effect wordt alleen toegepast terwijl de schakelaar in de [ON]
stand is getrokken. Wanneer de schakelaar wordt losgelaten, keert
deze automatisch terug naar de middenstand [OFF]. Gebruik deze
functie wanneer u snel tussen AAN en UIT wilt wisselen.
¶ Als u in de ritme-functie de ritme REC toets ingedrukt houdt,
wordt het ingevoerde ritme geannuleerd en wordt de ritme-
invoerfunctie weer geactiveerd.
DEPTH regelaar
Stel deze regelaar in de middelste klikstand voor standaard
effectgeluid.
Zie blz. 114-116 en 118 voor nadere bijzonderheden betreffende het
veranderen van parameter 1 als reactie op het draaien van de DEPTH
regelaar.
CHARACTER regelaar
Stel deze regelaar in de middelste klikstand voor standaard
effectgeluid.
Zie blz. 114-116 en 118 voor nadere bijzonderheden betreffende het
veranderen van parameter 2 als reactie op het draaien van de
CHARACTER regelaar.
MIX regelaar
Gebruik deze regelaar om de mengbalans in te stellen tussen het
oorspronkelijke en effectgeluid. Stel deze regelaar in op de middelste
klikstand voor standaard effectgeluid.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières