Bosch Indego M 700 Notice Originale page 111

Symptoom Mogelijke oorzaak
Oplaadstation niet ingeschakeld
Corrosie op oplaadcontacten
Accu niet geplaatst, verkeerd geplaatst of
verkeerde accu voor de maaier
Maaier buiten begren- Begrenzingsdraad op een helling
zingsdraad
Obstakel in de buurt van de draad
Delen van het gazon Maaier heeft meer tijd nodig om de tuin he-
plaatselijk niet ge- lemaal te maaien
maaid
Tijdvak te klein voor de gazongrootte
Afstand tussen de begrenzingsdraden te
klein
Ongelijkmatige ondergrond
Gras te lang
Te steile hellingen in de tuin
Maaier blijft in de tuin Voorwerpen of obstakels niet buitengeslo-
steken ten
Nieuw aangelegd gazon
Maaier maait onbe- Voorwerpen of obstakels met een hoogte
doeld bloemen enz. of van minder dan 5 cm niet buitengesloten
rijdt over bepaalde
obstakels
Maaier maait niet lo- Het LogiCut-systeem gedraagt zich afhan-
gisch kelijk van de omstandigheden in de tuin. De
maaier hoeft niet noodzakelijk verder te
maaien in het volgende ongemaaide ge-
deelte.
Maaier beweegt niet altijd in een rechte lijn
tussen de gedeelten
Bosch Power Tools
Oplossing
den. Als de fout vaker optreedt, dient u het oplaadstation
in de schaduw te zetten.
Schakel de stroomvoorziening naar het oplaadstation in.
Als het oplaadstation niet start, neem dan contact op met
de Bosch klantenservice.
Oplaadcontacten reinigen.
Plaats de accu op de juiste wijze (zie afbeelding L). Ge-
bruik de geschikte Bosch-accu.
Houd een afstand van 30 cm tussen begrenzingsdraad en
helling aan.
Verwijder het obstakel.
Voor het opmeten van het hele gazon laat u de maaier het
gazon drie keer volledig maaien.
Vergroot het maaitijdvak of:
– gebruik de kalenderfunctie "Bosch AUTO" (bij In-
dego M 700)
– gebruik de Bosch-functie "SmartMowing" (bij In-
dego M+ 700)
Vergroot de afstand tussen de begrenzingsdraden tot
minstens 75 cm.
Kies in het menu "Bodemgeaardheid/bodemsensor" de
optie "Ongelijkmatige bodem/geringe gevoeligheid".
Gazon gelijk maken, oneffenheden en terreinplooien ver-
wijderen, ongeschikte delen buitensluiten met de be-
grenzingsdraad, volg daarvoor de aanwijzingen in de in-
stallatiehandleiding.
Kies in het menu "Bodemgeaardheid/bodemsensor" de
optie "Ongelijkmatige bodem/geringe gevoeligheid".
Gebruik de maaier alleen op hellingen van 15 graden of
minder.
Obstakels waarbij de maaier vaak blijft hangen met de
begrenzingsdraad buitensluiten.
Geef het gazon een paar weken tijd om gelijkmatig te
worden voordat u de maaier gebruikt.
Verander de instelling in het menu "Bodemgeaardheid/
bodemsensor".
Wacht zo lang mogelijk na het sproeien voordat u de
maaier start.
Installeer de begrenzingsdraad op een afstand van 30 cm
tot het obstakel of verwijder het voorwerp of het obsta-
kel.
Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding.
Als het gedrag vaker voorkomt, brengt u het gazon op-
nieuw in kaart.
Geen maatregelen vereist.
F 016 L81 885 | (23.10.2019)
Nederlands | 111