Opstelling; Schoorsteenaansluiting; De Aansluiting Van De Rookbuis - HASE Luno B.13 Mode D'emploi

6.

Opstelling

Controleer of het vlak waarop de kachel staat opgesteld, het
toestel ook kan dragen. Eventueel kan de draagkracht worden
verhoogd door gebruik te maken van een bodemplaat om het
gewicht te verdelen.
Controleer bij niet-autonoom gebruik of de ruimte waarin u
de Luno wilt opstellen, voldoende verse lucht krijgt. Wanne-
er ramen en deuren goed dicht zijn, bestaat het gevaar dat
de toevoer met voldoende verse lucht niet gewaarborgd is.
De trek van de kachel en van de schoorsteen kan daardoor
verminderen.
Indien er bijkomende inlaatopeningen voor de verbrandings-
lucht nodig zijn, mogen die niet worden afgesloten.
OPGELET!
Wanneer de haardkachel en een ventilatiesy-
steem en/of afzuigkap gelijktijdig werken, kan
er een onderdruk ontstaan in de kamer waar de
kachel staat opgesteld. Dat kan problemen tot
gevolg hebben, bv. ontsnappen van rookgassen
uit de haardkachel.
Bij niet-autonoom gebruik de onderdruk in de
kamer mag niet groter worden dan 4 pascal.
In geval van autonoom gebruik, de onderdruk
in de kamer mag niet groter worden dan 8
pascal (de verluchting wordt aangegeven in de
eenheid pascal). Wij bevelen aan om de ver-
luchtingsapparatuur in te stellen op een maxi-
male onderdruk van 4 pascal.
TIP!
Om ervoor te zorgen dat er geen zuurstof aan
de kamer wordt onttrokken, raden wij aan, af-
76
zuigkappen, die de lucht naar buiten leiden, met
behulp van een raamcontactschakelaar te ver-
grendelen, of ervoor te zorgen dat volodende
lucht in de plaatsingsruimte na kan stromen.
7.

Schoorsteenaansluiting

De Luno moet worden aangesloten op een daarvoor geschi-
kte schoorsteen met een effectieve schoorsteenhoogte van
ten minste 4,5 m. De "effectieve schoorsteenhoogte" is de
afstand tussen de inlaat in de schoorsteen en de bovenzijde
van de schoorsteenkop.
De Luno kan werken met een schoorsteen waarop nog ande-
re kachels zijn aangesloten. In geval van autonoom gebruik
moet de kachel over een eigen schoorsteen beschikken.
De diameter van de schoorsteen moet overeenstemmen met
de diameter van de rookbuis. Indien de effectieve schoor-
steenhoogte niet volstaat en/of de diameter van de schoor-
steen te groot of te klein is, kan het zijn dat er te weinig trek is.
De trek (schoorsteentrek) die de Luno nodig heeft, bedraagt
12 Pa. Bij een hogere persdruk neemt de emissie vanuit de
stookplaats toe. De stookplaats wordt daardoor sterk belast en
kan zo schade oplopen. Bij de Luno mag de persdruk aan de
inlaat van de schoorsteen hoogstens 20 Pa bedragen. Om de
trek te beperken, kan men gebruik maken van een smoorklep
(zie figuur 4) of een trekbegrenzer (enkel mogelijk in geval van
niet-autonoom gebruik).
Na een roetbrand in de schoorsteen moet worden nagegaan
of er geen scheuren in de rookgaspijp zitten.
Wanneer dit niet kan of als er onduidelijkheid bestaat over de
staat van de schoorsteen, raden wij aan dat u de schoorsteen
conform EN 13384-1/2 controleert.
8.

De aansluiting van de rookbuis

OPGELET!
De buis moet aan de ingang van de schoorsteen
goed afgedicht worden en mag, om de afzuiging
van de rook niet te hinderen, niet binnendrin-
gen in het binnenste van de schoorsteen (zie
figuur 3).

fig. 3
De Luno moet aan de schoorsteen aangesloten worden met
een rookbuis waarvan de binnendiameter 15 cm bedraagt.
Alle stukken buis moeten aan de diverse verbindingen precies
op elkaar passen. Voor ons werken pijpbochtstukken met rei-
nigingskleppen hier het best.
WAARSCHUWING!
In geval van autonoom gebruik de aansluiting
van de rookbuis aan de schoorsteen moet gas-
dicht geschieden, en moet afgedicht worden
met een geschikte afdichtband en hittebesten-
dige silicone. Aan de rookkanaalaansluiting al-
sook bij meervoudige rookkanaalaansluitingen
dienen alle verbindingsplekken met Hase-af-
dichtpasta afgedicht te worden.( zie montage-
handleiding)