Klauke Unipipe UP 75 Mode D'emploi page 15

Masquer les pouces Voir aussi pour Unipipe UP 75:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
Gebruikshandleiding UP 75
_____________________________________________________________________________
Let op
Het maximale toerental van het apparaat mag
hierbij 500 o/min niet overschrijden om schade aan
de binnenpijp door oververhitting te voorkomen.
Ontbramen 32 75 mm
Afb. 7
D.m.v. de ontbramer een rondomlopende schuine kant op de
binnenpijp (zie afb. 8/9) van minimaal 2 mm diepte maken.
Optische controle
Afb. 8
Visuele controle van het te bewerken buiseinde of de schuine kant
gelijkmatig verloopt (zie afb. 9).
Afb. 9
Na het ontbramen moet een schuine kant van minimaal 2 mm
diepte aanwezig zijn. Alleen dan is een continue dichte verbinding
na de montage gegarandeerd.
Insteekdiepte
Afb. 10
Aangeven van de insteekdiepte met combi-ontbramer buis NW
14-25 tot hij niet verder kan (punt A) in de uitsparing op de
ontbramerbehuizing. Afhankelijk van de te gebruiken
verbindingstechniek - persen of schroeven - de correcte
insteekdiepte van de buis in de fitting volgens de markering (punt
M) op de behuizing aangeven.
S - voor schroeffittingen
P - voor persfittingen
Afb. 11
Insteekdiepte losse ontbramer buis NW 14 - 25 tot hij niet verder
kan in de overeenkomstig aangegeven uitsparing op de
ontbramerbehuizing maken. De correcte insteekdiepte markeert
het einde van de behuizing.
Let op het volgende:
Markering van de insteekdiepte op de pijp met een 3 mm dikke,
watervaste stift aanbrengen.
* Vanaf 01.09.1997 worden de persfittingen van zichtvenster
voorzien. Daarmee vervalt voor deze fittingserie het markeren
volgens afb. 10, 11.
Montage 14- 50 (persfittingen)
Afb. 13
Buis recht tot hij niet verder kan (zie afb. 15 punt A) in de
koppeling schuiven.
Afb. 14
Persbekken openen en persdeel tot het niet verder kan er in leggen
(zie afb. 15 punt 13). Persbekken sluiten en met persen beginnen
(zie hoofdstuk 5).
Afb. 15
* Vanaf september '97
Optische controle door gaten in de pershuls.
Persen NW 63-75
Afb. 16
Persketting openen en persdeel tot het niet verder kan er in leggen
(zie afb. 15 punt B).
Afb. 17
Persketting sluiten en in hulpbekken vastzetten.
Afb. 18
Persmachine starten en beginnen met persen.
(zie hoofdstuk 4.3)
Om te zorgen dat het persen correct verloopt en om het werk- en
functieveilige gebruik te garanderen mag de machine alleen
gebruikt worden met door UNIPIPE toegestane perskaken.
5.4. Onderhoudsaanwijzingen
Het betrouwbaar functioneren van de persmachine hangt af van het
onderhoud. Dit is zeer belangrijk om voor goede verbindingen op
de lange duur te zorgen. Om dit te garanderen moet het apparaat
regelmatig in onderhoud. Let daarbij op het volgende:
1. Het elektro-hydraulische persapparaat moet na elk gebruik
gereinigd worden en voor opbergen geheel droog zijn.
2. Om te zorgen dat de machine onberispelijk loopt en om
mogelijke storingen te voorkomen moet het persapparaat na
afloop van elk jaar of na 10.000 persingen voor onderhoud naar
het service center gestuurd worden. (zie ook hoofdstuk 4.3)
3. Zowel de accu als het laadapparaat moeten tegen vocht en
vreemde voorwerpen beschermd worden.
4. De boutverbindingen, de aandrijfrollen en de geleiding daarvan
moeten licht ingeolied worden.
5. Persapparaat en persbekken regelmatig controleren, c.q. laten
controleren op correct functioneren.
6. Persbekken altijd schoon houden. Als ze vuil zijn met een borstel
reinigen.
Het onderhoud van de machine bij het service center bestaat uit
demontage, reiniging, vervangen van eventueel versleten
onderdelen, montage en eindcontrole. Alleen een schoon en goed
functionerend perssysteem kan een permanent dichte verbinding
garanderen.
In het kader van het juiste gebruik mogen door de klant alleen de
persbekken (pos. 10) vervangen worden werden.
Let op
Apparaat niet openen!
Als de verzegeling beschadigd is, vervalt de garantie.
5.5. Aanwijzing voor het gebruik van de accu en het laadapparaat
Het laadapparaat is gemaakt voor wisselspanning van 230 V met
een frequentie van 50 Hz. Nieuwe accu's moeten voor het gebruik
opgeladen worden. Om de accu op te laden wordt de stekker van
het laadapparaat in het stopcontact en de accu in het laadapparaat
gestoken. De laadtijd bedraagt ca. één uur. De laadstand van de
accu kan op een lichtdiode op het laadapparaat afgelezen worden.
groen:
accu is opgeladen
rood:
accu is leeg en wordt opgeladen.
knipperen:
accu zit er verkeerd ingeschoven of is te
heet, er klinkt een akoestisch signaal.
Schuif de accu zo in het apparaat dat de plus- en minpolen op de
accu overeenkomen met die op het laadapparaat. Als de accu
correct is aangesloten, gaat het oplaadlampje van groen op rood
over en begint het opladen. Als het opladen gereed is wisselt het
oplaadlampje weer naar groen, waarbij tegelijkertijd 5 seconden
lang een pieptoon klinkt.
Er mogen geen andere types accu gebruikt worden, bijv. droge
accu's of autoaccu's, niet in de pers en niet in het laadapparaat.
Laad de accu op zodra de snelheid van de machine merkbaar
minder wordt. Laad niet uit voorzorg een gedeeltelijk ontladen accu
op.
Als u een accu oplaadt uit een net gebruikt apparaat of één die lang
in de zon heeft gelegen, kan het oplaadlampje rood knipperen.
Wacht in dat geval een poosje. Het opladen begint als de accu
afgekoeld is.
Als het oplaadlampje afwisselend rood en groen knippert en er
klinkt 20 seconden lang een pieptoon, dan kan er niet opgeladen
worden.
De polen van het laadapparaat of die van de accu zijn vuil of de
accu is op of beschadigd.
pagina 15

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières