temperatuurmodus werkt, geeft E4 geen alarm)
In het geval van een Er5-alarm moet het systeem worden uitgeschakeld, ongeacht
de status waarin het zich bevindt rennen.
(2) ALARM STOPGELUID
Druk in de alarmstatus van de thermostaat op een willekeurige knop om de
alarmzoemer te stoppen, maar de alarmweergave stopt pas als de alarmtoestand
is opgeheven.
(3) EXTERN INGANGALARM:
Nadat aan het externe ingangsalarmsignaal en aan de vertragingstijdinstelling A9
is voldaan, wordt Er6 weergegeven, wordt de systeembediening niet beïnvloed en
klinkt de alarmzoemer.
(4)
Wanneer Er1-Er6 verschijnt, klinkt de alarmzoemer en wanneer de alarmtoets
van de geluiddemper wordt ingedrukt, stopt de zoemer. Alarmuitgang, relais en
andere fouten worden automatisch gereset nadat ze zijn verholpen.
(5)
Wanneer Er1-Er6 verschijnt, klinkt de alarmzoemer en wanneer de alarmtoets
van de geluiddemper wordt ingedrukt, stopt de zoemer. Alarmuitgang, relais en
andere fouten worden automatisch gereset nadat ze zijn verholpen.
1. TOETSTOON
Er is een toetsmelding wanneer de controllerknop wordt ingedrukt, en een korte
toonmelding wanneer elke knop wordt ingedrukt.
2. INSCHAKELINGs-ID
Na het inschakelen knippert het display gedurende 3 seconden en worden het
indicatielampje en de digitale buis tegelijkertijd weergegeven en gaat de zoemer
na het geluid naar de normale logische werkingsstatus.
3. TEMPERATUURCORRECTIE
Kalibratie van de kamertemperatuur en kalibratie van de watertemperatuur,
wanneer de weergegeven temperatuur (kamertemperatuur en watertemperatuur)
afwijkt van de werkelijke temperatuur, kunnen A4 en A5 worden aangepast voor
correctie.
4. VERWERKING BIJ INSCHAKELING
Nadat de inschakelvertraging (A2) is verstreken nadat de thermostaat is
ingeschakeld, gaat de thermostaat gedurende 25 seconden naar de koelstand op
100% vol vermogen. Regel vervolgens de koelmachine zodat deze werkt op basis
- 17 -