Télécharger Imprimer la page

Loop Afspelen; Afspeelsnelheid /Toonhoogte Wijzigen; Het Ritme Van Twee Tracks Synchroniseren (Pitch Bend); Funciones De Repetición - IMG STAGELINE DMP-220 Mode D'emploi

Lecteur mp3 double professionnel

Publicité

2de keer drukken op de toets
(displaybericht REPEAT ALL):
continue herhaling van alle tracks op de gege-
vensdrager resp. van alle tracks van een gepro-
grammeerde reeks tracks (→ hoofdstuk 5.10)
De herhalingsfuncties kunnen alleen in de bedrijfs-
modussen "Continue" en "Continue Robo" worden
gebruikt: als in de modus "Single" resp. "Single
Robo" op de toets REPEAT voor inschakelen van de
herhaling wordt gedrukt, wisselt de speler automa-
tisch naar de modus "Continue" resp. "Continue
Robo".
Om de herhaling op te heffen, drukt u opnieuw op de
toets REPEAT. Het wisselen naar een van de "Sin-
gle"-modussen leidt eveneens tot uitschakelen van
de herhalingsfunctie.
Opmerking: Als een herhalingsfunctie actief is en als de
speler zich in de modus "Continue Robo" bevindt, wisselt
het afspelen niet naar de andere speler.

5.8 Loop afspelen

Via de toetsen SEAMLESS LOOP (17) kunt u een
fragment op de gegevensdrager opslaan en als
naadloze loop zo vaak als u wenst herhalen.
1) Start het afspelen met de toets
gewenste beginpunt is bereikt (punt a in figuur 5),
tip dan de toets IN aan. De toets licht op.
Figuur 5 De loop afspelen
2) Als bij het verder afspelen het eindpunt wordt
bereikt van het te herhalen fragment (punt b in
figuur 5), druk dan op de toets OUT. Het fragment
tussen de punten wordt continu herhaald. Beide
5.7 Funciones de repetición
Con el botón REPEAT (10) pueden seleccionarse
dos funciones de repetición; la función activada se
indica en el visualizador mediante la indicación
correspondiente (P).
1ª acción del botón (indicación REPEAT 1):
Repetición continua de la pista actual
2ª acción del botón (indicación REPEAT ALL):
Repetición continua de todas las pistas del porta-
datos o de todas las pistas de una secuencia de
pistas programada (→ apartado 5.10)
Las funciones de repetición sólo pueden usarse en
los modos de funcionamiento "Continue" y "Conti-
nue Robo": Cuando el botón REPEAT está pulsado
para activar la repetición en el modo "Single" o "Sin-
gle Robo", el lector cambia automáticamente al
modo "Continue" o "Continue Robo".
Para desactivar la repetición, pulse de nuevo el
botón REPEAT. Cambiar a uno de los modos "Sin-
gle" también desactiva la repetición.
Nota: Cuando está activa una función de repetición y el
lector está en modo "Continue Robo", la reproducción no
cambia al otro lector.
5.8 Reproducción de un bucle
Mediante los botones SEAMLESS LOOP (17), puede
memorizarse una sección en el porta-datos y repe-
tirse como bucle continuo las veces que usted quiera.
1) Cambie a reproducción con el botón
Cuando se llega al punto de inicio que desee de
la sección (punto a en la fig. 5), pulse brevemente
el botón IN. Se ilumina el botón.
Fig. 5 Reproducción de un bucle
toetsen IN en OUT lichten op en op het display
wordt LOOP (Q) weergegeven.
3) Om de loop te verlaten en de track verder af te
spelen, drukt u opnieuw op de toets OUT. De ver-
lichting van de toets OUT en het displaybericht
LOOP gaan uit; de toets IN knippert om aan te
geven dat de loop is opgeslagen.
4) Om de loop opnieuw af te spelen, drukt u op de
toets RELOOP.
Figuur 6 De loop beëindigen en opnieuw starten
5) Om een andere naadloze loop op te slaan, kun-
nen begin- en eindpunt met de toetsen IN en
OUT gewoon opnieuw worden vastgelegd.
Bij het selecteren van een track met de toets
(15) of met de draaiknop (1), bij het wisselen
van gegevensdrager en bij het uitschakelen van het
(16). Als het
apparaat wordt de loop gewist.

5.9 Afspeelsnelheid /toonhoogte wijzigen

De afspeelsnelheid en bijgevolg de toonhoogte
("pitch") kunt u met de schuifregelaar PITCH CON-
TROL (5) wijzigen.
1) Om de instelling van de regelaar te doen werken,
moet de pitchfunctie actief zijn: Bij geactiveerde
pitchfunctie (basisinstelling na het inschakelen)
licht de toets PITCH (13) op en verschijnt het dis-
playbericht PITCH (G).
2) Wijzig de snelheid met de regelaar PITCH. Het dis-
play geeft de procentuele afwijking (F) ten opzichte
van de normale snelheid aan (max. ±16 %). Met de
2) Cuando se llega al punto final de la sección que
se va a repetir (punto b en la fig. 5) mientras con-
tinúa la reproducción, pulse el botón OUT. La
sección entre los puntos se repite sin cesar. Los
botones IN y OUT se iluminan y se muestra
LOOP (Q).
3) Para salir del bucle y continuar con la pista, pulse
el botón OUT de nuevo. Se apaga la luz del botón
OUT y desaparece la indicación LOOP; el botón
IN parpadea para indicar que se ha memorizado
el bucle.
4) Para reiniciar el bucle, pulse el botón RELOOP.
Fig. 6 Salir y reiniciar un bucle
5) Para memorizar otra sección, simplemente rede-
fina el punto de inicio y el punto de finalización
con los botones IN y OUT.
El bucle se borra cuando se selecciona una pista
con el botón
cuando se selecciona otro porta-datos y cuando el
aparato se desconecta.
(16).

5.9 Modificar velocidad/pitch

El control PITCH (5) permite cambiar la velocidad de
reproducción y por lo tanto el pitch.
1) Active la función pitch para que el ajuste del con-
trol se haga efectivo: Cuando la función pitch
está activada (ajuste básico después de la cone-
xión), se ilumina el botón PITCH (13) y en el
visualizador se muestra PITCH (G).
2) Cambie la velocidad con el control PITCH. El
visualizador muestra el porcentaje de desviación
of
o
(15) o con la rueda (1),
regelaar in de middelste stand blijft de snelheid
ongewijzigd.
3) Door activering/deactivering van de pitchfunctie
via de toets PITCH kunt u tijdens het afspelen
tussen ingestelde snelheid en normale snelheid
wisselen.
Opmerking: Het activeren /deactiveren van de pitchfunc-
tie via de toets PITCH is niet mogelijk in de pauzemodus.
5.9.1 Het ritme van twee tracks synchroniseren
(Pitch Bend)
Door de afspeelsnelheid even te verhogen of verla-
gen kunt u de beats van de geselecteerde track
gelijk laten lopen met de beats van een track die op
een andere speler afspeelt. Op deze manier wordt
bij het mengen van twee tracks het ritme tijdens het
dansen niet onderbroken.
1) Eerst moet u met de regelaar PITCH (5) de
afspeelsnelheid van de geselecteerde track syn-
chroniseren met deze van de tweede track.
2) Gebruik de toetsen PITCH BEND (11) om de
beats van de muziekfragmenten precies gelijk te
laten lopen: zolang de toets + ingedrukt wordt,
loopt de track 16 % sneller. Zolang toets - inge-
drukt wordt, loopt de track 16 % langzamer.
Door met de draaiknop (1) te draaien, kunt u
de afspeelsnelheid in functie van de ritmeaan-
passing
eveneens
wijzigen.
SEARCH (8) oplicht, deactiveert u deze eerst
door erop te drukken, alvorens met de draaiknop
te werken.
(F) de la velocidad estándar (±16 % máx.). Con el
control en posición intermedia, la velocidad no se
modifica.
3) Activando/Desactivando la función con el botón
PITCH, se puede cambiar entre velocidad normal
y velocidad ajustada durante la reproducción.
Nota: En el modo pausa, no se puede activar/desactivar
la función pitch mediante el botón PITCH.
5.9.1 Sincronización del ritmo entre dos pistas
(Pitch Bend)
Aumentado o disminuyendo brevemente la veloci-
dad de reproducción, pueden sincronizarse el ritmo
de la pista actual y el ritmo de una pista reproducida
en otro lector. De este modo, el ritmo de baile no se
interrumpe cuando se hace el crossfading de una
pista a otra.
1) Primero haga coincidir la velocidad de la pista
actual con la de la segunda pista mediante el
control PITCH (5).
2) Sincronice los ritmos de las dos piezas de música
con los botones PITCH BEND (11): Mientras se
mantenga pulsado el botón +, la pista se repro-
ducirá un 16 % más rápido. Mientras el botón -
se mantenga pulsado, la pista de reproducirá un
16 % más lento.
También puede hacerse un cambio de veloci-
dad para hacer coincidir los ritmos mediante la
rueda (1). Cuando el botón SEARCH (8) se ilu-
mina, pulse el botón para desactivarlo antes de
girar la rueda.
5.10 Programación de una secuencia de pistas
Para reproducir sólo ciertas pistas en un orden con-
creto, puede programar una secuencia de pistas.
1) Pulse el botón PROGRAM (12) para pasar al
modo de programación. Se indica PROGRAM
(O) parpadeando y el visualizador muestra el
número de la primera memoria "P01".
NL
B
Als
de
toets
E
23

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

21.2350