Philips HR1871 Mode D'emploi page 57

Het apparaat gebruiken
Het apparaat werkt alleen indien alle onderdelen goed zijn bevestigd en de vergrendelarm in de
vergrendelde stand staat.
1 Was het fruit en/of de groenten en snijd deze, indien nodig, in stukken die in de
vultrechter passen.
2 Zorg ervoor dat de sapkan direct onder de tuit is geplaatst (fig. 10).
3 Zorg ervoor dat de tuit in de stroomstand staat (fig. 12).
4 Draai de bedieningsknop naar stand 1 (lage snelheid) of 2 (normale snelheid) om het
apparaat in te schakelen (fig. 13).
Opmerking: Voor harde vruchten/groenten (bijv. appels, rode bieten en wortels) raden wij u aan
snelheid 2 (normale snelheid) te gebruiken. Voor zacht fruit (bijv. bessen, kiwi's, druiven, tomaten,
komkommer en meloen) raden wij u aan snelheid 1 (lage snelheid) te gebruiken.
5 Doe de stukken in de vultrechter en duw deze met de stamper voorzichtig naar beneden
richting het ronddraaiende filter (fig. 14).
Oefen niet te veel druk uit op de stamper, omdat dit een negatief effect kan hebben op de kwaliteit
van het sap. Het filter kan er zelfs door tot stilstand komen.
Steek nooit uw vingers of een voorwerp in de vultrechter.
6 Breng de gleuf van de stamper op één lijn met het uitsteekseltje aan de binnenzijde van de
vultrechter en schuif de stamper in de vultrechter (fig. 14).
7 Wanneer u alle ingrediënten hebt verwerkt of wanneer de ingebouwde pulpopvangbak vol is,
schakel dan het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het filter
stopt met draaien.
8 Stel de tuit in op de druppelstopstand om te voorkomen dat er sap uit druppelt (fig. 15).
Opmerking: De druppelstopfunctie werkt alleen als het apparaat is uitgeschakeld en de tuit is ingesteld
op de druppelstopstand.
9 Als u de ingebouwde pulpopvangbak wilt legen, moet u het deksel, het filter en de
sapopvangbak verwijderen.
10 Voor een optimale smaak en versheid moet u het sap onmiddellijk na bereiding serveren.
Opmerking: Zorg ervoor dat u het deksel op de sapkan plaatst als u het sap in de koelkast wilt bewaren.
tips
Voorbereiding
- Om zoveel mogelijk sap te verkrijgen, moet u de stamper altijd langzaam naar beneden duwen.
- Gebruik verse vruchten en groenten, omdat deze meer sap bevatten. Bij uitstek geschikt om te
verwerken in een sapcentrifuge zijn ananas, rode bieten, bleekselderij, appels, komkommer,
wortels, spinazie, meloen, tomaten, sinaasappels en druiven.
- De sapcentrifuge is niet geschikt voor het verwerken van zeer harde en/of vezelrijke of
zetmeelrijke vruchten en groenten, zoals suikerriet.
- Bladeren en bladstelen van bijvoorbeeld sla kunnen ook in de sapcentrifuge worden verwerkt.
- Verwijder de pit uit kersen, pruimen, perziken enz. De kernen of zaden van fruit zoals meloenen,
appels en druiven hoeft u niet te verwijderen.
- U hoeft dunne schilletjes en vliesjes niet te verwijderen. Verwijder alleen de dikke schillen die u
niet zou eten, bijvoorbeeld die van sinaasappels, ananas, kiwi's, meloenen en ongekookte
rode bieten.
nEDERlanDs
57