Solarc e.GO! MASTER Manuel D'utilisation Et Informations Techniques page 27

2. Laden + gebruik via solarmodules
plaats e. GO! in een hoek van 30°,
45° of 60° voor de beste positie
t.o.v. de zon.
LED5 (groen) brandt:
GO!
batterijen in e. worden
geladen of
LED4 (rood) + LED5 (groen)
branden:
evt. aangesloten extern
apparaat wordt voorzien.
Opmerking: Plaats de solarmodules zo gunstig mogelijk t.o.v. de zon. Plaats e.
Bescherm basistoestel en batterijen vooral tegen oververhitting!
3. Laden + gebruik via netadapter
GO!
Stekker in ingangscontact e. , netadapter in
stopcontact.
LED5 (groen) brandt:
GO!
De batterijen in e. worden opgeladen.
LED4 (rood) + LED5 (groen) branden:
evt. aangesloten extern apparaat wordt
voorzien
Opmerking: Gebruik alleen originele netadapters en sluit ze slechts aan op geschikte contactdozen (zie technische gegevens).
4. Gebruik externe apparaten
Met schakelaar een uitgangscapaciteit
kiezen (1=1,3 W / 2=2,5 W / 3=4,0 W),
adapterkabel aansluiten,
apparaat aansluiten.
LED4 (rood) brandt:
Aangesloten extern apparaat wordt
voorzien.
Opmerking: Sluit alleen in de apparatuurlijst opgenomen externe apparaten aan, houdt u aan de gebruiksinstructies en de polariteit van het betreffende
apparaat. Kies voor het beste resultaat de laagst benodigde capaciteit. Een extern apparaat kan ook direct zonder buffer-batterijen worden gebruikt.
Trek na gebruik van het externe apparaat de adapterkabel uit e.
5. Gebruiksmogelijkheden (Laadmodes)
Met AA batterijen:
Laadmode 1
: begint na het inleggen van de batterijen automatisch. Laden met max. 1 A laadstroom per batterij. De laadconditie display LED1-3 kan
afhankelijk van het type batterij verschillende afwijkingen tonen.De batterijen worden in elk geval voor 100% geladen.
Laadmode 2
: begint automatisch na het inleggen van volledig lege batterijen, of alternatief
na ontlading van de batterijen door aansluiting van een extern apparaat via de adapterkabel,
het er daarna uittrekken van de adapterkabel,
en vervolgens aansluiten op de netspanning via de netadapter.
Lading met 500 mA laadstroom per batterijgroep. Laadconditie display LED1-3 idem laadmode 1.
Laadmode 3
: begint automatisch na vollading in laadmode 2.
Exacte controle van alle laad en ontladingsgebeurtenissen, daarbij lading met max. 1 A laadstroom per batterij, zeer precieze laadconditie display LED1-
3. Na het uitnemen van de batterijen geldt laadmode 1 of 2 weer.
30°
GO!
alleen in de zon met geopende modules of anders in de schaduw.
netadapter
GO!
om verhoogd intern stroomverbruik van de batterijen te voorkomen!
27
45°
60°