Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
1.
Til de bescherming van de aflaat achteraan
(Afb.11.A) op en koppel de opvangzak (Afb.11.B)
correct vast zoals is aangeduid op de afbeelding.
2.
Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdeling-
se aflaat: controleer dat de bescherming van de
zijdelingse aflaat (afb.12.B) laag is gesteld.
b.
Voorbereiding voor het maaien en de aflaat
achteraan van het gras op het terrein:
3.
Verwijder de opvangzak en controleer dat
de bescherming van de aflaat achteraan
(Afb.12.A) stabiel laag blijft gesteld.
4.
Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdeling-
se aflaat: controleer dat de bescherming van de
zijdelingse aflaat (afb.12.B) laag is gesteld.
c.
Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen
van het gras (functie "mulching"):
1.
Til de bescherming van de aflaat achteraan
(Afb.13.A) op en plaats de dop van de deflec-
tor (Afb.13.B) in de aflaatopening door hem
lichtjes geheld naar rechts te houden.
2.
Bevestig ze door de twee pinnen (Afb.13.C) in de gaten
te plaatsen zodat de koppelingstand 'klikt' (Afb.13.D).
3.
Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdeling-
se aflaat: controleer dat de bescherming van de
zijdelingse aflaat (afb.12.B) laag is gesteld.
Voor de verwijdering van de dop van de deflector:
Til de bescherming van de af-
1.
laat achteraan op (Afb.13.A).
2.
Druk in het midden zodat de tand
wordt losgekoppeld (Afb.13.D).
d.
Voorbereiding voor het maaien en de
zijdelingse aflaat van het gras op het terrein:
1.
Til de bescherming van de aflaat achteraan
(Afb.13.A) op en plaats de dop van de deflec-
tor (Afb.14.B) in de aflaatopening door hem
lichtjes geheld naar rechts te houden.
2.
Bevestig ze door de twee pinnen (Afb.14.C) in de gaten
te plaatsen zodat de koppelingstand 'klikt' (Afb.14.D).
3.
Til de bescherming van de af-
laat achteraan op (Afb.14.A).
4.
Plaats de zijdelingse aflaatdeflector (Afb.14.E).
5.
Sluit de bescherming van de zijdelingse aflaat
(Afb.14.A) opnieuw zodat de zijdelingse aflaat-
deflector (Afb.14.E) wordt geblokkeerd.
Voor de verwijdering van de dop van de deflector:
1.
Til de bescherming van de af-
laat achteraan op (Afb.14.A).
2.
Druk in het midden zodat de tand
wordt losgekoppeld (Afb.14.D).
6.1.3
Afstelling van de maaihoogte
Regel de maaihoogte zoals is aangeduid in par. 5.6.
6.2
VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer de volgende veiligheidscontroles uit en
controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer vóór het gebruik altijd een veiligheidscontrole uit.
6.2.1
Algemene veiligheidscontrole
Object
Handgrepen
Steel
Maai-inrichting
Achterste aflaatbeveiliging;
opvangzak
Zijdelingse
aflaatbescherming;
zijdelingse aflaatdeflector
Schakelaarbediening
Hendel aanwezigheid
operator
Bedieningshendel aandrijving
Accu
Schroeven/moeren
op de machine en op
de maai-inrichting
Doorgangen van de koellucht Niet verstopt.
Machine
6.2.2
Test werking van de machine
Actie
1.
De machine opstar-
ten (par. 6.3 ).
2.
De maai-inrichting
inschakelen (par.6.3 ).
3.
Beide hendels aan-
wezigheid operator
(afb.20.A) loslaten.
1.
De machine opstar-
ten (par. 6.3 ).
2.
Schakel de tractie-
hendel in (par.5.4).
3.
Laat de hendel van
de aandrijving los.
Rijtest
NL - 7
Resultaat
Schoon, droog.
Correct en stevig aan de
machine bevestigd.
Schoon, niet beschadigd
of versleten.
Ongeschonden. Geen
schade. Correct gemonteerd.
Ongeschonden. Geen
schade. Correct gemonteerd.
De hendel moet vrij
kunnen bewegen, zonder
geforceerd te worden, en
bij het loslaten moet deze
automatisch en snel terug in
de neutrale stand komen.
Geen schade aan het
omhulsel, geen lekken
van vloeistoffen.
Goed vastgedraaid (niet los).
Geen tekens van
beschadiging of slijtage.
Resultaat
1.
Het display gaat aan
en de machine is
klaar voor gebruik.
Het maaimechanisme
2.
moet bewegen.
3.
De hendels moeten
automatisch en snel
naar de neutrale stand
terugkeren, de motor
moet stilvallen en het
maaimechanisme
moet binnen enkele
seconden stoppen.
1.
Het display gaat aan
en de machine is
klaar voor gebruik.
2.
De wielen doen de
machine vooruit gaan.
3.
De wielen stoppen
en de machine stopt
de voortbeweging.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid.
Publicité
