Voor model WH-SQC09H3E8
Aansluitingen op de buitenunit
Kleur van de draden (Aansluitkabels)
Aansluiting op de binnenunit
(Voedingskabel)
Aansluitingen op de zekeringen
vanaf de stroomvoorziening
(stroomonderbreker)
Voor model WH-SQC12H9E8, WH-SQC16H9E8
Aansluitingen op de buitenunit
Kleur van de draden (Aansluitkabels)
Aansluiting op de binnenunit
(Voedingskabel)
Aansluitingen op de zekeringen
vanaf de stroomvoorziening
(stroomonderbreker)
Aardlekautomaat
*1
Bedradingsklem
Voedingskabel
EISEN VOOR HET STRIPPEN EN AANSLUITEN VAN DRADEN
Draad strippen
Aansluitklemmen
aansluiting
binnen-/
buitenunit
5 mm of meer
Geen losse draad
(ruimte tussen draden)
bij het insteken
7
INSTALLATIE VAN DE AFSTANDSBEDIENING ALS EEN
RUIMTETHERMOSTAAT
•
Afstandsbediening 3 die op de binnenunit is bevestigd, kan naar de ruimte worden verplaatst en als ruimtethermostaat dienen.
Locatie installatie
•
Installeer het op een hoogte van 1 tot 1,5 m vanaf de vloer (plaats waar de gemiddelde ruimtetemperatuur kan worden gemeten).
•
Installeer het verticaal tegen de wand.
•
Vermijd voor de installatie de volgende locaties.
1. Naast een raam, enz. waar het aan direct zonlicht of luchtstroming wordt blootgesteld.
2. In de schaduw of achterzijde van voorwerpen die de luchtstroom in de ruimte storen.
3. Locaties waar condensatie voor kan komen (de afstandsbediening is niet vocht- of druipbestendig).
4. Locatie naast een warmtebron.
5. Oneffen oppervlakken.
•
Houd een afstand van 1 m of meer aan vanaf een TV, radio of computer. (kan vreemde weergave of geluid veroorzaken)
100
Hoofdvoeding of
Boosterverwarming
voeding + voeding
Voeding
bijverwarming
L
L
L
N
A1
A2
A3
L
L
L
N
A1
A2
A3
Stroomvoorziening 1
Stroomvoorziening 2
Stroomvoorziening booster
Hoofdstroomvoorziening
+ back-up verwarmer
L
L
L
N
A1
A2
A3
L
L
L
N
A1
A2
A3
Stroomvoorziening 1
Stroomvoorziening 2
Aardlek-
automaat/
aardlek-
schakelaar
*1
Bedradingsklem
Voedingskabel
Aansluitkabels
Draad volledig
ingestoken
ACCEPTEREN
1
2
3
4
5
L
N
1
2
3
4
5
Aansluitingen binnenunit/
L
N
buitenunit
1
2
3
4
5
L
L
L
N
1
2
3
4
5
B1
B2
B3
Aansluitingen binnenunit/
L
L
L
N
B1
B2
B3
buitenunit
Aansluitblok
Aansluitschroef
*1
*1 - De aarddraad moet, om veiligheidsredenen, langer zijn dan
de andere kabels.
Draad te ver
Draad niet geheel
ingestoken
ingestoken
VERBODEN
VERBODEN
Aaandraaimoment cN•m {kgf•cm}
M4
157~196 {16~20}
M5
196~245 {20~25}