Elektrische Aansluiting; Boiler Vullen - Atlantic VM 200 Mode D'emploi

5. Elektrische aansluiting

Raadpleeg de elektrische aansluitschema's op de achterkant van de omslag.
Het verwarmingselement mag nooit rechtstreeks op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
De boiler moet permanent onder spanning staan om de corrosiebescherming (ACI Hybride) van de boiler te verzekeren.
De boiler moet aangesloten worden op wisselspanning 230V/1. De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd conform
de geldende installatienormen en voorschriften in het land van installatie. De installatie bevat:
• vóór de boiler een meerpolige stroomonderbreker (contactopeningen van minstens 3 mm: zekering, hoofdschakelaar).
• Bescherming door een verliesstroomschakelaar van 30 mA.
De boiler moet worden geaard.
Aan de veiligheidsthermostaat van de elektrische steunverwarming mogen in geen enkel geval herstellingen uitgevoerd
worden, tenzij in onze fabrieken. Bij het niet respecteren van deze regel vervalt de garantie.
Als u een abonnement hebt met tweevoudig uurtarief, kunt u de boiler optimaal regelen om de verwarming van het water bij
nachttarief te laten gebeuren. Hiervoor moet de regelaar de nachttarief/dagtarief-uren doorkrijgen van het elektrisch bord
(enkel door al dan niet aanwezigheid van 230V).
Als deze boiler een oude boiler vervangt die rechtstreeks op het contact voor tweevoudig uurtarief aangesloten is, kan de
reeds bestaande voeding hiervoor gebruikt worden na aanpassing.
In bepaalde gevallen is het moeilijk een tweede elektriciteitskabel te leggen. Dan kan u het contact voor het tweevoudig
uurtarief vervangen door de in de boiler geïntegreerde klok.
Laat de elektrische kabel tussen de boiler en de buitenunit niet in elektrische kasten lopen of in de
buurt van andere stroomkabels dan de voeding van de boiler.
Let erop dat de isolerende mantel van de elektrische kabels niet wordt beschadigd door de kabelklemmen.
Zorg er ook voor dat de isolatie van de conductoren tot aan het klemmenblok behouden blijft.

6. Boiler vullen

1. Open de warmwaterkra(a)n(en).
2. Open de koudwaterkraan op de veiligheidsgroep (controleer of de aftapkraan van de groep gesloten is).
3. Wanneer er water uit de warmwaterkranen loopt, sluit u ze, uw boiler is vol.
4. Controleer of de leidingaansluitingen lekdicht zijn en controleer of alle hydraulische componenten goed functioneren
door de aftapkraan van de veiligheidsgroep meerdere keren te openen en te sluiten opdat eventuele residu's in het
afvoerventiel verwijderd worden.