Het indicatieveld voor buitenshuis
(voor graden Celsius) weergegeven. De temperatuureenheid
kan ook worden ingesteld op
hoofdstuk Basisinstellingen). Wanneer de buitentemperatuur
daalt tot een waarde van ≤ 3 °C, verschijnt het vorstwaarschu-
wingspictogram .
Als
wordt weergegeven, ligt de gemeten temperatuur onder
het meetbereik van –40 °C tot 60 °C (resp. –40 °F tot 140 °F);
wordt
weergegeven, dan ligt de temperatuur boven dit bereik.
Naast de temperatuurweergave wordt de relatieve luchtvoch-
tigheid (RH) waaraan het weerstation is blootgesteld, in %
weergegeven. Verder wordt het gebruikte radiokanaal van de
verbonden buitensensor (bijv.
batterijsymbool verschijnt, moeten de batterijen van de buiten-
sensor zo spoedig mogelijk worden vervangen.
Basisinstellingen
♦
Houd het bedieningsvlak
gedrukt. In het tijdveld
♦
Druk op het bedieningsvlak
om de gewenste waarde in te stellen.
♦
Druk op het bedieningsvlak
gen. In het tijdveld
♦
Druk op het bedieningsvlak
om de gewenste waarde in te stellen.
AHFL 433 B2
De buitentemperatuur wordt met
een nauwkeurigheid van één tien-
de graad weergegeven. Rechts
wordt de temperatuureenheid
(graden Fahrenheit) (zie het
) weergegeven. Wanneer het
ca. 3 seconden lang in-
knippert de uurweergave.
of het bedieningsvlak
om uw keuze te bevesti-
knippert de minutenweergave.
of het bedieningsvlak
NL │ BE
│
49
■