Table des Matières
Publicité
CHAUDIERE D'ESSAI (A)
Les plages de puissance de la page 12 ont été
établies sur des chaudières d'essai spéciales, con-
formément à la Directive Appareils à gaz 90/396/CE
et à la norme DIN 4788-2.
Nous reportons sur fig. (A) le diamètre et la longueur
de la chambre de combustion d'essai.
Exemple: Puissance 1500 Mcal/h:
diamètre = 80 cm; longueur = 2,5 m.
PRESSION DU GAZ
La pression du gaz mesurée est donnée par les
courbes ci-contre en fonction de la puissance maxi
développée par le brûleur. Elles représentent la
perte de charge de la tête de combustion. Courbe:
1 = Gaz nat. G20 PCI 10 kWh/Nm
densité absolue - 0,71 Kg/Nm
2 = Gaz nat. G25 PCI 8,6 kWh/Nm
densité absolue - 0,78 Kg/Nm
Les courbes sont établies d'après les conditions
suivantes:
• Pression mesurée à la prise 16)(A)p.8 avec
• Chambre de combustion à 0 mbar
• Tête de comb. réglée comme à la page 16 et 28
• Brûleur fonctionnant à la puissance maxi
(servomoteur en fin de course: 130°)
Si l'on veut connaître la puissance maxi approxima-
tive à laquelle fonctionne le brûleur, connaissant le
type de gaz employé, sa pression à la prise
16)(A)p.10 et la pression de la chambre de combus-
tion étant connues, procéder comme suit:
soustraire la pression dans la chambre de combus-
tion de la pression du gaz et consulter le diagramme
relatif au modèle de brûleur considéré.
Exemple:
• Brûleur GAS 9 P/M
• Gaz naturel PCI 10 kWh/Nm
• Pression du gaz à la prise 16)(A)p.10
• Pression chambre de combustion
auxquels correspond, dans le cas d'un GAS 9 P/M, une
puissance maxi de 2900 kW.
Cette valeur est une première valeur approximative.
Le débit effectif doit être mesuré au compteur.
En revanche, si on désire connaître la pression néces-
saire à la prise 16)(A)p.10 lorsque l'on connaît la puis-
sance maximum à laquelle fonctionnera le brûleur, le
type de gaz utilisé et la pressurisation de la chambre, il
suffit d'additionner la pression indiquée par le dia-
gramme ci-contre (correspondant à la puissance maxi
du brûleur) à la pression de la chambre de combus-
tion.
Exemple:
• Brûleur GAS 9 P/M
• Puissance maxi: 2900 kW
• Gaz naturel PCI 10 kWh/Nm
• Pression du gaz à la puissance de 2900 kW,
diagramme du GAS 9 P/M
• Pression chambre de combustion = 3 mbar
10 + 3 = 13 mbar
est la pression nécessaire à la prise 16)(A)p.10.
3
3
- 8,60 Mcal/ Nm
3
3
3
- 7,40 Mcal/ Nm
3
3
courbe
(
1)
= 13 mbar
=
3 mbar
13 - 3 = 10 mbar
3
(courbe 1)
= 10 mbar
15
PROEFKETEL (A)
De werkingsvelden op blz. 12 zijn het resultaat van
testen met speciale proefketels, conform de Richtlijn
Gastoestellen 90/396/EG en conform de norm DIN
4788-2.
In figuur (A) zijn de diameter en de lengte van de
testverbrandingskamer aangegeven.
Voorbeeld: Vermogen 1500 Mcal/h:
diameter 80 cm - lengte 2,5 m.
GASDRUK
De curve hiernaast geeft de gemeten gasdruk weer
in functie van het max. vermogen dat de brander
ontwikkelt. Ze stellen de gasdrukverliezen voor aan
de branderkop. Curve:
1 = Aardgas G20 PCI 10 kWh/Nm
absolute densiteit - 0,71 Kg/Nm
2 = Aardgas G25 PCI 8,6 kWh/Nm
absolute densiteit - 0,78 Kg/Nm
De curves zijn opgemaakt rekening houdende met
de volgende omstandigheden:
• Druk gemeten aan het drukmeetpunt 16)(A)p.8
• Verbrandingskamer op 0 mbar
• Branderkop afgesteld zoals op blz.16 en p.28
• Werking op max. vermogen
(servomotor aan einde loop: 130°)
Indien u bij benadering het max. vermogen waarop
de brander werkt wenst te bepalen, noteer dan het
gebruikte type gas, de gasdruk aan het meetpunt
16(A)p.10 en de druk in de verbrandingskamer.
Trek van de gasdruk de druk in de verbranding-
skamer af en raadpleeg het diagram van de
betrokken brander.
Voorbeeld:
• Brander GAS 9 P/M
3
• Aardgas Hj 10 kWh/Nm
(curve 1)
• Gasdruk op het gasmeetpunt 16)(A)p.10= 13 mbar
• Druk in de verbrandingskamer
waarmee in de diagram van de GAS 9 P/M een
max. vermogen van 2900 kW overeenstemt.
Het betreft hier slechts een eerste schatting.
Het werkelijke vermogen wordt daarna gemeten op
de gasmeter.
Om de gasdruk te kennen die nodig is aan het meet-
punt 16)(A)p.10, na bepaling van het maximum ver-
mogen waarop de brander moet werken en met
kennis van het type gebruikt gas en de druk in de
verbrandingskamer, gaat u als volgt te werk:
tel bij de druk in de verbrandingskamer de gasdruk
op die wordt opgegeven door de tabel hiernaast.
(Beide waardes verwijzen naar het max. vermogen
van de brander).
Voorbeeld:
• Brander GAS 9 P/M
• Gewenst maximum vermogen: 2900 kW
3
• Aardgas Hj 10 kWh/Nm
(curve 1)
• Gasdruk bij een vermogen van 2900 kW,
diagram van GAS 9 P/M
• Druk in de verbrandingskamer
benodigde druk aan het meetpunt 16)(A)p.10.
3
3
- 8,60 Mcal/ Nm
3
3
3
- 7,40 Mcal/ Nm
3
= 3 mbar
13 - 3
= 10 mbar
= 10 mbar
= 3 mbar
10 + 3= 13 mbar
Publicité
Table des Matières
