GEBRUIK
Het apparaat gebruiken
1
Sorteer het wasgoed en de geladen items.
• Sorteer het wasgoed volgens het soort stof,
vervuilingsniveau, kleur en hoeveelheid
wasgoed als dat nodig is. Open de deur en
laad de items in de wasmachine.
2
Voeg reinigingsproducten toe.
• Voeg de juiste hoeveelheid wasmiddel
gelijkmatig toe aan de wastrommel met de
maatbeker.
3
Sluit de deur en lade.
4
Zet de wasmachine aan.
• Druk op de Power knop om de wasmachine
in te schakelen.
20
5
Kies het gewenste wasprogramma.
• Druk herhaaldelijk op de programma-knop tot
het gewenste programma geselecteerd werd.
6
Begin programma.
• Druk op de Start/Pauze Knop om het
programma te starten. De wasmachine
schudt kort zonder water om het gewicht van
de lading te meten. Als de Start/Pauze knop
niet binnen 15 minuten wordt ingedrukt, zal
de wasmachine worden uitgeschakeld en alle
instellingen gaan dan verloren.
7
Voeg wasverzachter toe.
• Als de machine ongeveer 20 seconden
knippert, voeg dan de wasverzachter toe en
drukt u op Start/Pauze om het programma
opnieuw te starten.
8
Einde van het wasprogramma.
• Als het programma is voltooid, klinkt er een
muziekje. Verwijder onmiddellijk uw kleding
uit de wasmachine om kreukels en geuren
tegen te gaan.
• Nadat de was klaar is, veeg de wasmachine
deur af, pakking en binnenin de wastrommel
met een droge handdoek om het schoon te
krijgen.
NL