Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
4.
Stel de pads op de plateaus zo in dat ze
zich direct onder de hefpunten van het
voertuig bevinden.
5.
Zo worden de hefframes en pads correct
gepositioneerd om het voertuig te heffen.
AFB. 9
AFB. 10
BELANGRIJK!
De hefframes moeten evenwijdig aan het
voertuig staan.
VERGRENDELINGEN
Op elk hefframe bevindt zich een vergrendeling
die wordt gebruikt om het hefframe in de
gewenste positie te vergrendelen. Laat het
product niet onbeheerd achter, tenzij het
volledig is neergelaten of vergrendeld in een
van de drie vergrendelingsposities. Controleer
voor elk gebruik of de grendels gemakkelijk
bewegen en in hun groeven blijven. Het
product werkt niet goed als de grendels vast
komen te zitten in hun bovenste positie of niet
in hun groeven zitten.
HEFFEN
1.
Houd de U-knop op de afstandsbediening
ingedrukt. De hefframes komen naar
boven.
2.
Laat de U-knop los net voordat de pads
in contact komen met de hefpunten van
het voertuig. De hefframes bewegen
niet meer. Controleer of de pads correct
op de hefpunten van het voertuig zijn
gemonteerd. Stel de rubberen pads indien
nodig af. Het kan nodig zijn het voertuig
iets te laten zakken om de pads te kunnen
verplaatsen.
3.
Druk nogmaals op de U-toets op de
afstandsbediening om de verhoging voort
te zetten.
WAARSCHUWING!
Onderbreek de verhoging niet totdat de
hefframes de onderste vergrendelingspositie
hebben gepasseerd.
4.
Laat de U-knop los om de verhoging kort
na de onderste vergrendelingspositie te
annuleren, ook als de verhoging moet
worden voortgezet naar de bovenste
vergrendelingspositie.
5.
Controleer of de rubberen pad zich op
de hefpunten van het voertuig bevindt.
Als de pad correct is geplaatst, gaat u
verder met het verhogen. Als de pad
niet correct is geplaatst, drukt u op de
toets D op de afstandsbediening om het
voertuig te laten zakken. Breng de nodige
aanpassingen aan.
6.
Controleer of het voertuig goed in
balans is. Als dat zo is, ga dan door
met heffen. Als het voertuig niet goed
in balans is, drukt u op de toets D op
de afstandsbediening om het voertuig
te laten zakken. Breng de nodige
aanpassingen aan.
7.
Til het voertuig iets voorbij de gewenste
vergrendelingspositie (onder of boven).
8.
Laat de U-toets los en druk op de D-toets
om het voertuig in de vergrendelingsstand
te laten zakken. Het zakken van de
hefframes wordt onderbroken bij het
vergrendelen.
9.
Controleer visueel of beide hefframes
op dezelfde vergrendelingspositie zijn
vergrendeld.
AFB. 11
WAARSCHUWING!
Voordat u de werkzaamheden aan het
voertuig begint of het gebied verlaat, moet
u visueel controleren of beide hefframes
in dezelfde vergrendelingspositie zijn
vergrendeld en of alle pads in contact
zijn met de hefpunten van het voertuig.
NL
77
Publicité
