Functies en indicaties
Opmerking:
Nu is ook de rusttijd van 3 minuten actief.
Storings- en sabotagebeveiliging
De melder bewaakt continu storings- en sabotagetoestanden en meldt alle gebeurtenissen aan de
ontvangstcomponent. Het volgende wordt bewaakt:
• Sabotagecontact:
Het sabotagecontact van de melder wordt continu bewaakt.
• Batterijspanning:
De melder bewaakt de batterijspanning onder belasting en meldt storingen aan de
ontvangstcomponent.
• Supervisie
De melder zendt continu supervisiemeldingen naar de centrale
Tijdscondities
De melder is zo ontworpen dat wijzigingen die minimaal 400 ms duren worden herkend
(EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Inbraak-, overval- of sabotagesignalen moeten minimaal 400ms duren.
De melder is zo ontworpen dat wijzigingen van storingstoestanden (storingssignalen) die
minimaal 10 ms duren worden herkend (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9
en bijlage B).
Fabrieksinstelling
De melder heeft geen speciale fabrieksinstelling.
Let echter op de positie van de potentiometer voor het microgolfbereik en de jumper CON1 A voor
de "tolerantie voor dieren".
Programmeer de melder wanneer deze niet wordt gebruikt vanaf de ontvangstcomponent.
Voordat u de melder in een nieuwe ontvangstcomponent programmeert, programmeert u de
melder vanaf de oude ontvangende component. Dit betekent dat niet per ongeluk een
sabotagealarm kan worden geactiveerd op de oude centrale.
116 |
N L