Télécharger Imprimer la page

Dräger Air-connect Notice D'utilisation page 23

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
1
Voor uw veiligheid
1.1
Houdt u aan de gebruiksaanwijzing
Voor iedere handeling aan de ademluchtvoorzieningseenheid
dient men deze gebruiksaanwijzing en de gebruiksaanwijzing
van het gaspak terdege te kennen en op te volgen. De
ademluchteenheid is uitsluitend bestemd voor het beschreven
gebruik.
1.2
Onderhoud
De ademluchteenheid moet regelmatig aan inspecties en
onderhoud door vakkundig personeel worden onderworpen.
Wij adviseren u om een service-contract met Dräger af te
sluiten en alle reparaties door Dräger te laten uitvoeren.
Bij instandhouding uitsluitend originele onderdelen van Dräger
gebruiken.
Neem de onderhoudsintervallen in acht (zie hoofdstuk 4.1 op
pagina 24).
1.3
Toebehoren
Alleen de in de bestellijst vermelde toebehoren gebruiken
2
Beschrijving
2.1
Productoverzicht
A
1
a
Buitenzijde pak
b
Binnenzijde pak
1 Insteeknippel
2 Beugel
3 Ademluchtslang
2.2
Werkingsbeschrijving
De Dräger Air-Connect is een ademluchteenheid voor
gaspakken. Op de insteeknippel wordt een externe
luchtvoorziening (bijv. luchtwagen) aangesloten. Via de
ademluchtvoorzieningseenheid wordt lucht naar het binnenste
van het pak geleid en naar de ademaansluiting via een
ademluchtslang. Een heupriem wordt door de beugel gevoerd
en dient zo als trekontlasting.
Dräger Air-connect
B
3
2
00121890.eps
2.3
Gebruiksdoel
De ademluchtvoorzieningseenheid wordt gebruikt om extra
ademlucht ter beschikking te stellen aan de drager van het
gaspak. Dit kan bijv. noodzakelijk zijn tijdens de
decontaminatie.
2.4
Toelatingen
De ademluchteenheid is toegelaten met de gaspakken Dräger
CPS 5900 PT, CPS 6900 en CPS 7900. Zij voldoet aan de
toepasselijke normen en richtlijnen.
Aanwijzingen voor gaspakken die volgens vfdb 0801 : 2006-
11 toegelaten worden:
De ademluchtvoorzieningseenheid moet met een afdek-
strip afgedekt zijn.
De ademluchtvoorzieningseenheid mag alleen bij de reini-
ging en decontaminatie worden gebruikt.
Tussen de ademluchtvoorzieningseenheid en de adem-
luchttoevoer moet een automatsich schakelventiel (ASV)
worden gebruikt.
De externe luchtvoorziening mag alleen aan de ademlucht-
voorzieningseenheid aangesloten worden, wanneer veilig-
gesteld is dat de aansluiting vrij is van gevaarlijke stoffen.
Wanneer een luchtslangsysteem aangesloten is, moet de
bewaking voor de adembescherming voortgezet worden.
De ademluchtslang moet zo in het gaspak aangebracht
worden dat de bewegingsvrijheid van de apparaatdrager
niet belemmerd wordt.
3
Gebruik
3.1
Vóór het gebruik
1. Controleer of alle schroeven volledig aangedraaid zijn.
2. Controleer of de insteeknippel afgesloten is met het
daarvoor bedoelde afschermkapje.
3. Heupriem door de ademluchteenheid voeren.
4. Controleer of de heupriem zich probleemloos laat openen
en sluiten.
5. Sluit de externe luchtvoorziening aan en zet druk op de
leiding. Er mag geen lucht uitstromen.
Hoor- of voelbaar uitstromen van lucht bij de
ademluchtvoorzieningseenheid duidt op lekkages die
hersteld moet worden.
6. Maak de externe luchtvoorziening weer los en sluit de
externe insteeknippel weer af met het kapje.
1
7. Stap in het gaspak
. Trek het gaspak tot de taille omhoog.
8. Sluit de heupriem en trek hem strak.
AANWIJZING
i
i
Om een trekontlasting te garanderen, moet de heu-
priem gesloten worden.
9. Sluit de ademluchtslang op de ademluchtvoorziening in het
gaspak aan.
Afhankelijk van de gebruikte ademluchtvoorziening zijn
verschillende koppelingsadapters noodzakelijk voor de
aansluiting:
1
Zie de bijbehorende gebruiksaanwijzing
Voor uw veiligheid
23

Publicité

loading