Remblokken Afstellen; Versnelling Smeren; Versnelling Afstellen; Banden En Velgen Controleren - Kayoba Breaker 1.2 2022 Instructions D'utilisation

● Draai aan de stelschroeven aan beide zijden van de rem
met een geschikte schroevendraaier totdat de armen
parallel bewegen. (Afbeelding 10)

6.5 Remblokken afstellen

De remblokken moeten tegen het midden van de velg
drukken. De remblokken mogen de band niet raken en niet
onder de onderrand van de velg komen.
● Indien nodig draait u de inbusbout los die het remblok op
zijn plek houdt en stelt u de positie van het blok af.
(Afbeelding 11)
● Vervang de remblokken indien nodig. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.

6.6 Versnelling smeren

● Houd de bewegende onderdelen van het
versnellingsmechanisme schoon.
● Smeer het versnellingsmechanisme regelmatig:
(Afbeelding 12)
A. Kleinste kettingwiel op de cassette
B. Bovenste stelschroef
C. Onderste stelschroef
D. Roller
E. Grootste kettingwiel op de cassette
● Smeer de derailleur met molybdeenvet of een soortgelijk
smeermiddel.

6.7 Versnelling afstellen

● Stel eerst de buitenste positie van de ketting af.
6.7.1 Buitenste positie van de ketting afstellen
● Draai de bovenste stelschroef voor het
versnellingsmechanisme totdat de roller zich onder de
buitenrand van het kleinste kettingwiel op de cassette
bevindt.
6.7.2 Binnenste positie van de ketting afstellen
● Draai de onderste stelschroef voor de binnenste positie van
de ketting op de achterderailleur totdat de roller zich direct
onder het grootste kettingwiel op de cassette bevindt.
6.7.3 Bedrading afstellen
1
Verander met de rechterversnelling van versnelling
om de ketting van het kleinste kettingwiel op de
cassette, versnelling 7 (B), naar het eennakleinste
kettingwiel op de cassette te verplaatsen,
versnelling 6 (A). (Afbeelding 13)
2022_001
A. Als de ketting niet naar het eennakleinste
kettingwiel gaat, draait u de stelschroef (C) tegen
de klok in om de spanning op de draad te
vergroten.
B. Als de ketting te ver doorgaat en een kettingwiel
op de cassette overslaat, draait u de stelschroef
met de klok mee om de spanning op de draad te
verkleinen.
2
Als de ketting op het volgende kleinste kettingwiel op
de cassette zit, draait u de stelschroef (C) tegen de
klok in om de spanning op de draad te vergroten en
drukt u op de pedalen.
De versnelling is afgesteld als de ketting bijna op het op
twee na kleinste kettingwiel terechtkomt.

6.8 Banden en velgen controleren

● Controleer regelmatig of de spaken correct onder
spanning staan en of de wielen niet verbogen of
vervormd zijn.
● Inspecteer de slijtagelijn aan de zijkant van de velg. De
slijtagelijn geeft de slijtage aan als gevolg van de
remmen. Vervang de velg als de slijtagelijn niet langer
zichtbaar is.
● Controleer regelmatig de luchtdruk in de banden. De
juiste luchtdruk staat op de zijkant van de band.
● Controleer regelmatig of de banden niet beschadigd zijn.
● Laat de band niet in contact komen met olie, benzine,
paraffine of stoffen die rubber kunnen beschadigen.

6.9 Stuur, stuurstang en hoofdlager

6.9.1 Stuur en stuurstang afstellen
1
Draai de twee schroeven (A) op de stuurstang los
met een inbussleutel (5 mm). (Afbeelding 14)
2
Breng de stuurstang op één lijn met het voorwiel.
3
Draai de twee schroeven op de stuurstang vast.
6.9.2 Hoofdlager afstellen
1
Draai de compressieschroef (B) los met een
inbussleutel (5 mm). (Afbeelding 14)
2
Draai de schroeven (A) op de stuurstang los met een
inbussleutel (5 mm).
45