Voor De Installatie; Voor De Installatie - Elektriciteitswerken; Voor De Inbedrijfstelling; Een Geschikte Plaats Voor Montage Van Het Apparaat Uitzoeken - Mitsubishi Electric CITY MULTI CMB-P104V-G1 Manuel D'installation

Appareil intérieur, contrôleur bc principal, contrôleur bc secondaire
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 20
Maak voor de koelleidingen gebruik van naadloze buizen uit zuurstofvrij
roodkoper. Daarnaast moeten de binnen- en buitenkant van de leidingen
vrij zijn van zwavel, oxiden, vuil en stof, vijlsel, olie, vocht, of om het
even welke andere contaminant.
- Verontreinigende stoffen in de koelleidingen kunnen de koelmachineolie doen
degenereren.
Sla voor de installatie ervan de leidingbuizen binnen op en houd de buis-
einden afgesloten tot net voor het solderen. (Bewaar ellebogen en an-
dere koppelingen in een plastic zak.)
- Stof, vuil of water dat in de koelcyclus geraakt, kunnen leiden tot degenera-
tie van de olie en compressorpannes.
Breng een kleine hoeveelheid esterolie, etherolie of alkylbenzeen aan op
opgetrompte buiseinden. (binnenunit)
- Vermenging met een grote hoeveelheid mineraalolie kan de koelmachine-
olie doen degenereren.
Vul het systeem met een vloeibaar koelmiddel.
- Als het systeem wordt gevuld met een koelmiddel in gastoestand, kan door
een verandering van de eigenschappen ervan in de cilinder, de werking van
het koelmiddel verminderen.
Gebruik uitsluitend R410A.
- Als een andere koelvloeistof (R22 bijvoorbeeld) wordt vermengd met R410A,
kan de chloor in de koelvloeistof de koelmachineolie doen degenereren.
Gebruik een vacuümpomp met een terugslagklep.
- Als er vanuit de vacuümpomp olie terugvloeit in de koelcyclus, kan die de
koelmachineolie doen degenereren.
Maak geen gebruik van de volgende onderdelen die voor gewone koel-
vloeistoffen worden gebruikt.
(Verdeelstuk met drukmeter, vulslang, gaslekdetector, terugslagklep, vul-
station voor koelvloeistof, onderdelen voor koelvloeistofrecuperatie.)
- Als de gewone koelvloeistof en koelmachineolie met R410A worden ver-
mengd, kan de koelvloeistof degenereren.
- Als water met R410A wordt vermengd, kan de koelmachineolie degenereren.
- Omdat R410A geen chloor bevat, wordt het door gaslekdetectoren voor ge-
wone koelvloeistoffen niet gedetecteerd.
Maak geen gebruik van een vulcilinder.
- Door gebruik te maken van een vulcilinder kan de koelvloeistof degenereren.
Maak geen gebruik van antioxidanten of additieven voor lekkagedetectie.
Wees uiterst voorzichtig bij het hanteren van het gereedschap.
- Stof, vuil of water dat in de koelcyclus geraakt, kunnen leiden tot degenera-
tie van de koelvloeistof.

1.3. Voor de installatie

Let op:
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar ontvlambare gassen kun-
nen vrijkomen.
- Een ophoping van ontvlambare gassen rond het apparaat kan een ontploffi
ng tot gevolg hebben.
Gebruik de airconditioner niet in een ruimte waarin zich eetwaar, huis-
dieren, planten, precisie-instrumenten of kunstwerken bevinden.
- De werking van de airconditioner kan op deze een nadelige invloed hebben.
Gebruik de airconditioner niet in speciale omgevingen.
- Olie, stoom, zwaveldampen, enz. kunnen de werking van de airconditioner
aanzienlijk verminderen of onderdelen ervan beschadigen.
Als het apparaat in bijvoorbeeld een ziekenhuis of zendstation wordt
geplaatst, moet voor voldoende afscherming tegen ruis worden gezorgd.
- De aanwezigheid van stroomomvormers, generatoren, hoogfrequente me-
dische apparatuur, of zendapparatuur kunnen ertoe leiden dat in de
airconditioner ernstige storingen optreden. Anderzijds kan de airconditioner
deze apparatuur nadelig beïnvloeden door de productie van ruis die de me-
dische of zendapparatuur verstoort.
Plaats het apparaat niet in een constructie die vochtafzetting in de hand
kan werken.
- Wanneer de luchtvochtigheid in de ruimte meer dan 80% wordt of wanneer
de afvoerbuis is verstopt, kan er condensvocht uit de binnenunit of de BC
Controller druipen. Zorg voor een collectief afvoersysteem voor binnen- en
buitenunits.

2. Een geschikte plaats voor montage van het apparaat uitzoeken

2.1. Productinformatie

Dit apparaat gebruikt koelvloeistof van het type R410A.
De leidingen voor systemen die R410A gebruiken, verschillen mogelijk van
gewone koelleidingen omdat de leidingen voor systemen met R410A een ho-
gere druk moeten kunnen weerstaan. Meer gegevens vindt u in het Informatie-
blad.
Sommige onderdelen en werktuigen die worden gebruikt voor de installatie
van systemen die op andere koelvloeistoftypes werken, kunnen niet worden
gebruikt voor systemen die R410A gebruiken. Meer gegevens vindt u in het
Informatieblad.
42

1.4. Voor de installatie - elektriciteitswerken

Let op:
Sluit het apparaat op de aardleiding aan.
- Maak voor de aarding geen gebruik van gas- of waterleidingen, bliksemafl
eider- of telefoonkabels. Een gebrekkige aardverbinding kan tot elektrische
schokken leiden.
Sluit de voedingskabel zo aan dat er nadien geen trekkracht op staat.
- Door de trekkracht kan een kabel breken en brand veroorzaken.
Plaats een stroomverliesschakelaar.
- Zonder stroomverliesschakelaar kunnen zich elektrische schokken voordoen.
Gebruik uitsluitend stroomkabels die over voldoende capaciteit beschik-
ken.
- Te dunne kabels kunnen oververhit raken en brand veroorzaken.
Gebruik alleen stroomonderbrekers en zekeringen met de voorgeschre-
ven capaciteit.
- Zekeringen en stroomonderbrekers met een hogere capaciteit, of het plaats-
vervangend gebruik van een metaal- of koperdraad, kunnen storingen of
brand veroorzaken.
De units mogen niet worden gewassen.
- Door dit wel te doen kan een elektrische schok optreden.
Controleer de installatieplaat regelmatig op slijtage en beschadigingen.
- Als de schade niet wordt verholpen, kan het apparaat loskomen en vallen,
wat lichamelijk letsel of bijkomende schade tot gevolg kan hebben.
Plaats de afvoerleidingen volgens de instructies in deze installatie-
handleiding. Omwikkel de leidingen met thermisch isolatiemateriaal om
condens te voorkomen.
- Gebrekkig geplaatste afvoerleidingen kunnen gaan lekken en waterschade
veroorzaken.
Wees voorzichtig tijdens het transporteren van het apparaat.
- Het apparaat moet door meer dan een persoon worden gedragen. Het weegt
meer dan 20 kg.
- Sommige fabrikanten gebruiken polypropyleenstroken bij het verpakken.
Gebruik deze PP-straps niet voor het transport. Het is gevaarlijk.
Laat de verpakkingsmaterialen niet rondslingeren.
- Het verpakkingsmateriaal bevat spijkers en andere metalen en houten on-
derdelen die snijwonden en andere kwetsuren kunnen veroorzaken.
- Scheur de plastic verpakkingen open en gooi ze weg waar er geen kinderen
mee kunnen spelen. Kinderen die met een plastic zak spelen die niet werd
opengescheurd, lopen het gevaar zich erin te verstikken.

1.5. Voor de inbedrijfstelling

Let op:
Schakel het apparaat ten minste 12 uur voor de inbedrijfstelling in.
- Als het apparaat onmiddellijk na het inschakelen in bedrijf wordt gesteld, kan
dat aan sommige onderdelen onherstelbare schade veroorzaken. Schakel
het apparaat nooit uit gedurende de tijd dat u het nodig hebt. Controleer
nogmaals of er zich in het circuit geen kortsluitingen kunnen voordoen.
Raak de schakelaars nooit met natte vingers aan.
- Met natte vingers een schakelaar aanraken kan een elektrische schok geven.
Raak de koelleidingen niet aan tijdens en onmiddellijk na de werking van
het apparaat.
- Tijdens en onmiddellijk na de werking van het apparaat kunnen de koel-
leidingen erg warm of koud zijn; dit is afhankelijk van de toestand van de
koelvloeistof in de koelleidingen, de compressor en de andere delen van de
koelcyclus. U kunt brand- of vrieswonden oplopen als u de koelleidingen
aanraakt.
Gebruik de airconditioner niet als niet alle panelen en afschermingen
zijn gemonteerd.
- Roterende, hete, of onderdelen onder hoogspanning, kunnen letsel veroor-
zaken.
Schakel het apparaat niet dadelijk uit na het stopzetten.
- Wacht altijd ten minste 5 minuten voor u het apparaat uitzet. Anders kunnen
zich afvoerlekken of mechanische defecten van gevoelige onderdelen voor-
doen.
Maak geen gebruik van bestaande leidingen; daarin is nog chloor aanwezig uit
de gewone koelmachineolie en koelvloeistoffen. Door chloor kan de koel-
machineolie in de nieuwe apparatuur degenereren. De bestaande leidingen
mogen voorts niet worden gebruikt omdat de leidingdruk in systemen die R410A
gebruiken, hoger is dan in systemen die met andere koelvloeistoftypes wer-
ken; daardoor kunnen de bestaande leidingen barsten.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières