Apparaat-Elementen; Inbedrijfstelling - Kärcher NT 14/1 Ap Adv Mode D'emploi

Apparaat-elementen

1 Filterafdekking
2 Filterreiniging
3 Vlak harmonicafilter
4 Handgreep
5 Zuigslang
6 Kabelhaak, zwenkbaar
7 Duwbeugel
8 Vergrendeling van de zuigkop
9 Gestel
10 Vuilreservoir
11 Zwenkwiel
12 Knop van de filterreiniging
13 Luchtinlaatleidingen
14 Vergrendeling van het gestel
15 Vloersproeier
16 Controlelampje
17 Contactdoos
18 Hoofdschakelaar
19 Zuigbuis
20 Handgreep
21 Zuigkop
22 Elektroden
23 Vergrendeling van het filterframe
24 Filterframe
25 Elleboog
26 Afzuigfilter
27 Opbergvak voor zuigbuizen
28 Opname voor elleboog
29 Opbergvak voor voegsproeier
30 Uitstroomopening van afgevoerde lucht
31 Netkabel
32 Typeplaatje

Inbedrijfstelling

LET OP
Bij het zuigen mag de vlakvouwfilter nooit
verwijderd worden.
Antistatisch systeem
Enkel bij apparaten met ingebouwde
contactdoos:
Door de geaarde aansluitmof worden stati-
sche opladingen afgeleid. Daardoor wor-
den met de meegeleverde elektrisch gelei-
dende accessoires vonkvorming en
stroomschokken verhinderd.
32
– Bij het opzuigen van fijnstof kan als ex-
tra een filterzak van papier of vlieseline
gebruikt worden.
Inbouw papieren filterzak
Afbeelding
 Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
 Filterzakken van papier of vlieseline
aanbrengen.
 Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
Inbouw rubber lippen
Afbeelding
 Borstelstrook demonteren.
 Rubber strippen inbouwen.
Aanwijzing: De gestructueerde kant van
de rubber strippen moet naar buiten wijzen.
Papieren filterzak wegnemen
– Bij het opzuigen van nat vuil moet altijd
het filter van papier of vlieseline verwij-
derd worden.
Algemeen
– Bij het opzuigen van nat vuil met de
kussensproeier (optie) of voegen-
sproeier, meer bepaald wanneer over-
wegend water uit een reservoir opgezo-
gen wordt, wordt aanbevolen de toets
van de functie "Halfautomatische Filter-
reiniging" niet te gebruiken.
– Bij het bereiken van de max. vulstand
schakelt het apparaat automatisch uit.
– Bij niet geleidende vloeistoffen (bijv.
booremulsies, oliën en vetten) wordt
het apparaat bij vol reservoir niet uit-
geschakeld. De vulstand moet voort-
durend gecontroleerd worden en het
reservoir moet tijdig geleegd worden.
– Na het stoppen met natzuigen: Vlak-
vouwfilter samen met de filterreiniging
schoonmaken. Elektrodes met een bor-
stel schoonmaken. Reservoir met een
vochtige doek schoonmaken en afdro-
gen.
– 2
NL
Droogzuigen
Natzuigen